07 Wielen en banden
Provisorische bandenreparatie
80 km/h, zodat het afdichtmiddel de band
kan afdichten.
Reparatieresultaat en bandenspanning
controleren
– Sluit de uitrusting opnieuw aan.
– Lees de bandenspanning van de manome-
ter af.
– Als de spanning lager is dan 1,3 bar, werd
de band onvoldoende afgedicht. Beëindig
in dat geval de rit. Neem contact op met
een bandenreparateur.
– Als de bandenspanning hoger is dan
1,3 bar, moet u de band oppompen tot de
spanning die staat aangegeven in de ban-
denspanningstabel. Laat lucht uit de band
ontsnappen, als de bandenspanning te
hoog is.
– Schakel de compressor uit. Koppel de
luchtslang en de kabel los. Plaats het ven-
tieldopje terug.
WAARSCHUWING
Draai de bus niet los. De bus is voorzien van
07
een pakking die lekkage tegengaat.
– Leg de bandenreparatieset in de kofferbak
terug.
170
N.B.
Vervang de bus met afdichtmiddel en de
slang na gebruik. Laat het vervangen over
aan een erkende Volvo-werkplaats.
WAARSCHUWING
Controleer de bandenspanning regelmatig.
– Rijd naar de dichtstbijzijnde erkende Volvo-
werkplaats om de beschadigde band te
laten vervangen/repareren. Geef aan het
werkplaatspersoneel door dat er afdicht-
middel in de band zit.
WAARSCHUWING
Rijd nooit sneller dan 80 km/h wanneer u de
bandenreparatieset voor een noodrepara-
tie hebt gebruikt. Bezoek een erkende
Volvo-werkplaats om de afgedichte band te
laten controleren (maximale rijafstand 200
km). Het personeel bepaalt of de band kan
worden gerepareerd of moet worden ver-
vangen.
Bus met afdichtmiddel vervangen
Vervang de bus voordat de houdbaarheidsda-
tum verstreken is. Behandel de vervangen bus
als klein chemisch afval (KCA).
BELANGRIJK
Lees de veiligheidsvoorschriften aan de on-
derkant van de bus.