Download Print deze pagina

Motor Starten; Voordat De Motor Wordt Gestart - Volvo S60 2007 Instructieboekje

Advertenties

06 Starten en rijden

Motor starten

Voordat de motor wordt gestart

– Trek de handrem aan.
Automatische versnellingsbak
– Zet de keuzehendel in stand P of N.
Handgeschakelde versnellingsbak
Zet de versnellingspook in de neutrale stand
en houd het koppelingspedaal volledig inge-
drukt. Dit is met name van belang bij strenge
vorst.
WAARSCHUWING
Neem de contactsleutel nooit tijdens het rij-
den uit het contactslot, ook niet als de auto
gesleept wordt. U loopt anders het gevaar
dat het stuurslot wordt geactiveerd, waar-
door de auto onbestuurbaar wordt.
Bij het slepen moet de contactsleutel in
06
stand II staan.
114
N.B.
Tijdens de koude start is het mogelijk dat
het motortoerental merkbaar hoger ligt dan
normaal is voor bepaalde motortypes. Dit
omdat ernaar wordt gestreefd het uitlaat-
gasreinigingssysteem zo snel mogelijk op
bedrijfstemperatuur te brengen en tegelij-
kertijd de uitstoot te beperken van stoffen
die schadelijk zijn voor het milieu.
Het sleutelblad van de hoofdsleutel moet
volledig zijn uitgeklapt (zoals afgebeeld op
pagina 96) bij het starten van de auto.
Anders bestaat het risico dat de startblok-
kering in werking treedt en de motor niet
kan worden gestart.

Motor starten

Benzine
Draai de contactsleutel naar de startstand.
Als de motor niet binnen 5 tot 10 seconden
aanslaat, moet u de sleutel loslaten en een
nieuwe startpoging doen.
Dieselolie
Draai de contactsleutel naar de rijstand.
Een controlelampje op het instrumentenpa-
neel gaat branden om aan te geven dat de
motor wordt voorverwarmd (zie pagina 44).
Draai de sleutel naar de rijstand, wanneer het
controlelampje uitgaat.
Roetfilter dieselmotor (DPF)
Dieselmodellen zijn uitgerust met een roetfil-
ter, waardoor een nog efficiëntere uitlaatgas-
reiniging mogelijk is. Onder normale rijom-
standigheden blijven de roetdeeltjes uit de uit-
laatgassen in het filter achter. Om de roetdeel-
tjes te verbranden en het filter te legen wordt
een zogeheten regeneratie gestart. Daarvoor
moet de motor de normale bedrijfstempera-
tuur hebben bereikt.
Afhankelijk van de rijomstandigheden wordt
het filter om de 300–900 kilometer geregene-
reerd. De regeneratie duurt normaal 10 tot
20 minuten. Gedurende deze tijd kan het
brandstofverbruik ietwat stijgen.
Regeneratie bij koud weer
Als u bij koud weer vaak korte afstanden rijdt,
bereikt de motor de normale bedrijfstempera-
tuur niet. Dit betekent dat het roetfilter niet
geregenereerd en niet geleegd wordt.
Wanneer het filter voor ca. 80 % met roetdeel-
tjes gevuld is, licht een oranje gevarendrie-
hoek op het instrumentenpaneel op en ver-
schijnt de melding
ROETFILTER VOL ZIE HANDLEIDING
het display van het instrumentenpaneel.
U start de regeneratie van het filter door met
de auto op een secundaire weg of op een
snelweg te rijden totdat de motor voldoende
op temperatuur is gekomen. Daarna rijdt u
op

Advertenties

loading