A
Configureer de beveiligde afdruk
via de eigenschappenpagina van
het printerstuurprogramma.
Verwijzing
Raadpleeg de Help voor prin-
terstuurprogramma's voor
meer informatie over het confi-
gureren van de printerstuur-
programma's.
B
Afdrukken starten vanuit het dia-
loogvenster [Afdrukken] van de
toepassing.
De beveiligde afdruktaak wordt
naar het apparaat gestuurd.
C
Druk op het bedieningspaneel
van het apparaat op de toets {Prin-
ter} om het Printerscherm te ope-
nen.
D
Druk op [Afdruktaken].
Er wordt een lijst weergegeven
met afdrukbestanden die zijn op-
geslagen in het apparaat.
E
Druk op [Takenlijst Bev. afdruk.].
Er wordt een lijst weergegeven
met beveiligde afdrukbestanden
die zijn opgeslagen op het appa-
raat.
Ook de volgende items worden
weergegeven:
• Gebr.ID: de gebruikers-ID die
via het printerstuurprogramma
is gemaakt.
• Datum/Tijd: de datum en tijd-
stip waarop de taak door de
computer is verstuurd.
Opmerking
❒ Is Beveiligd afdrukken geselec-
teerd, dan worden de bestands-
namen weergegeven op het
scherm als "*****" om ongeoor-
loofde inzage te voorkomen.
❒ Afhankelijk van de beveili-
gingsinstellingen, worden be-
paalde afdruktaken mogelijk
niet weergegeven.
F
Selecteert het bestand dat u wilt
afdrukken, door erop te drukken.
Opmerking
❒ Druk op [Selecteer alle taken] om
alle afdruktaken te selecteren.
❒ Druk op [UVorige] of [TVolg.]
om door de lijst te bladeren.
❒ Druk opnieuw op de gemar-
keerde afdruktaak om een selec-
tie ongedaan te maken. Druk op
[Alles wissen] om alle selecties
ongedaan te maken.
❒ Druk op [Details] om de infor-
matie te bekijken over een gese-
lecteerd afdrukbestand.
G
Druk op [Afdrukken].
Het wachtwoordscherm wordt
weergegeven.
Beveiligde afdruk
4
93