Andere afdrukbewerkingen
Opmerking
❒ Heeft u een wachtwoord inge-
steld in het printerstuurpro-
gramma, dan verschijnt er een
w a c h t w o o r d b e v e s t i g i n g s -
scherm. Voer het wachtwoord
in.
❒ Zijn er een aantal bestanden ge-
selecteerd en vereisen sommige
van deze bestanden een wacht-
woord, dan drukt het apparaat
de bestanden af die overeenko-
men met het ingevoerde wacht-
woord samen met de bestanden
4
die geen wachtwoord nodig
hebben. Heeft u geen wacht-
woord ingevoerd of heeft u het
wachtwoord niet goed inge-
voerd, dan drukt het apparaat
alleen bestanden af die geen
wachtwoord nodig hebben. Het
aantal afdrukbestanden wordt
weergegeven op het bevesti-
gingsscherm.
I
Druk op [Ja].
Het opgeslagen afdrukbestand
wordt afgedrukt.
Opmerking
❒ Druk op [Nee] om de afdruktaak
te annuleren.
❒ Druk op [Afsluiten] om het af-
drukken te stoppen nadat het is
begonnen, en druk vervolgens
op [Taak reset]. Een opgeslagen
afdrukbestand wordt niet ver-
wijderd zelfs niet wanneer u op
[Taak reset] drukt.
100
❒ Een opgeslagen afdrukbestand
dat naar het apparaat is ge-
stuurd, wordt alleen verwijderd
als u een bestand verwijdert of
[Opgeslagen afdr.taken autom. ver-
wijderen] kiest (zie Pag.132 "Sys-
teem"). Zie Pag.100 "Opgesla-
gen afdrukbestanden verwijde-
ren" voor meer informatie.
Opgeslagen afdrukbestanden
verwijderen
A
Druk op de {Printer}-toets om het
Printer-scherm weer te geven.
B
Druk op [Afdruktaken].
Er wordt een lijst weergegeven
met afdrukbestanden die zijn op-
geslagen in het apparaat.
C
Druk op [Lijst met opgesl. afdr.tk.].
Er wordt een lijst weergegeven
met opgeslagen afdrukbestanden
die zijn opgeslagen in het appa-
raat.
Opmerking
❒ Afhankelijk van de beveili-
gingsinstellingen, worden be-
paalde afdruktaken mogelijk
niet weergegeven.
D
Selecteert het bestand dat u wilt
afdrukken, door erop te drukken.