Andere afdrukbewerkingen
Opmerking
❒ De volgende procedure beschrijft
wanneer u [Complete lijst] kiest van
[Originele afdruktakenlijst] (zie
Pag.84 "De Oorspronkelijke af-
druktakenlijst kiezen").
A
Configureer de uitgestelde af-
druk via de eigenschappenpagina
van het printerstuurprogramma.
Verwijzing
Zie de relevante Help-bestan-
den voor meer informatie over
4
het configureren van het prin-
terstuurprogramma.
B
Klik op [Details...] en voer dan het
gebruiker-ID in in het vak [Gebrui-
ker-ID:].
C
Afdrukken starten vanuit het dia-
loogvenster [Afdrukken] van de
toepassing.
De uitgestelde afdruktaak wordt
naar het apparaat gestuurd en op-
geslagen.
D
Druk op het bedieningspaneel
van het apparaat op de toets {Prin-
ter} om het printerscherm te ope-
nen.
E
Druk op [Afdruktaken].
Er wordt een lijst weergegeven
met afdrukbestanden die zijn op-
geslagen in het apparaat.
96
F
Druk op [Lijst uitgest. afdr.tk.].
Er wordt een lijst weergegeven
met afdrukbestanden die zijn op-
geslagen in het apparaat.
Ook de volgende items worden
weergegeven:
• Gebr.ID: de gebruikers-ID die
via het printerstuurprogramma
is gemaakt.
• Datum/Tijd: de datum en tijd-
stip waarop de taak door de
computer is verstuurd.
• Bestandnaam: de naam van de
bestanden die zijn opgeslagen
op het apparaat.
Opmerking
❒ Afhankelijk van de beveili-
gingsinstellingen, worden be-
paalde afdruktaken mogelijk
niet weergegeven.
G
Selecteert het bestand dat u wilt
afdrukken, door erop te drukken.
Opmerking
❒ Druk op [Selecteer alle taken] om
alle afdruktaken te selecteren.
❒ Druk op [UVorige] of [TVolg.]
om door de lijst te bladeren.
❒ Druk opnieuw op de gemar-
keerde afdruktaak om een selec-
tie ongedaan te maken. Druk op
[Alles wissen] om alle selecties
ongedaan te maken.
❒ Druk op [Details] om de infor-
matie te bekijken over het gese-
lecteerd afdrukbestand.