Het printerstuurprogramma instellen
Vanuit een toepassing de instellingen van de printer maken
U kunt printerinstellingen vanuit een specifieke toepassing maken.
Om printerinstellingen vanuit een specifieke toepassing te maken, opent u het
eigenschappenvenster van de printer van deze toepassing. Hierna wordt uitge-
legd hoe u de instellingen maakt voor de toepassing WordPad van Windows NT
4.0.
Opmerking
❒ Hoe precies het eigenschappenvenster van de printer wordt geopend, is af-
hankelijk van de toepassing. Lees voor meer informatie de handleidingen bij
3
de betreffende toepassingen.
❒ In sommige toepassingen worden de instellingen van het printerstuurpro-
gramma niet gebruikt, maar worden de standaardinstellingen van de toepas-
singen ingeschakeld.
❒ Alle instellingen, die u met gebruikmaking van de volgende procedure
maakt, zijn alleen geldig voor de huidige toepassing.
❒ Gewone gebruikers kunnen de eigenschappen in het dialoogvenster [Afdruk-
ken] van een toepassing wijzigen. De hier gemaakte instellingen worden als
standaardinstellingen gebruikt in deze toepassing.
A
In het menu [Bestand] klikt u op [Afdrukken].
Het dialoogvenster [Afdrukken] wordt weergegeven.
B
Selecteer in de lijst [Naam] de gewenste printer en klik op [Voorkeursinstellin-
gen].
Het dialoogvenster Printereigenschappen verschijnt.
C
Maak de noodzakelijke instellingen en klik op [OK].
D
Klik op [OK] om de afdruktaak te starten.
Verwijzing
Raadpleeg voor meer informatie de Help van het printerstuurprogramma.
70