7. Controleer of het controlelampje
oliedruk aangaat.
Als de motor niet aanslaat, voer dan
de volgende controles uit.
1) Controleer het motorolieniveau
(zie blz. 50).
2) Als het oliepeil normaal is en
het controlelampje oliedruk
gaat niet aan, neem dan contact
op met een officiële Honda
buitenboordmotor-dealer.
STARTEN VAN DE MOTOR (type R)
MOTOROLIEDRUK
CONTROLELAMPJE
NORMAAL: AAN
NIET NORMAAL: UIT
8. Laat de motor als volgt op
bedrijfstemperatuur komen: Laat
bij temperaturen hoger dan 5 °C de
motor gedurende 2 tot 3 minuten
draaien.
Laat bij temperaturen lager dan
5 °C de motor ten minste 5 minuten
met 2.000 tot 3.000 omw/min
draaien.
Als de motor niet goed op
bedrijfstemperatuur wordt gebracht,
zal de motor niet optimaal presteren.
In een gebied waar de temperatuur
daalt onder 0 °C, kan het
koelsysteem bevriezen. Bij hoge
snelheid zonder de juiste opwarm
procedure kan de motor
beschadigen.
OPMERKING
Controleer voordat u de haven verlaat
de werking van de dodemansschakelaar.
71