VEILIGHEID
• Mors geen brandstof. Doe de
brandstoftank niet te vol (er mag
zich geen brandstof in de vulpijp
bevinden). Draai de tankdop na het
vullen goed dicht.
Verwijder gemorste brandstof
alvorens de motor te starten.
De uitlaat kan erg heet worden en ook
na het uitzetten van de motor nog
enige tijd heet blijven. Aanraking met
hete motoronderdelen kan
brandwonden veroorzaken en kan
ontbranding veroorzaken van
bepaalde materialen.
• Voorkom aanraking van hete delen
van motor en uitlaatsysteem.
• Laat de motor eerst afkoelen
alvorens onderhoud te plegen of
te vervoeren.
12
Koolmonoxidevergiftiging
De uitlaatgassen bevatten onder
andere het giftige koolmonoxide, een
kleurloos en reukloos gas. Inademing
hiervan kan leiden tot bewusteloosheid
en kan zelfs dodelijk zijn.
• Als u de motor laat lopen in een
afgesloten of gedeeltelijk
afgesloten ruimte, kan de lucht
vervuild raken met een gevaarlijke
hoeveelheid uitlaatgas. Ventileer de
ruimte goed om de ophoping
van uitlaatgassen te voorkomen.