STARTEN VAN DE MOTOR (type R)
KOELWATERINLAAT (aan beide zijden)
6. Controleer na het starten of er
koelwater uit de controleopening
stroomt. De hoeveelheid water die
uit de controleopening stroomt kan
variëren door de werking van de
thermostaat, maar dit is normaal.
70
CONTROLEOPENING
KOELWATER
ATENTIE
Zet de motor stil als er geen water
uit stroomt of als er stoom uit
komt. Controleer of de zeef in de
koelwaterinlaat verstopt zit en
verwijder de vervuiling indien
aanwezig. Controleer de
controleopening van het koelwater
op verstoppingen. Als er nog steeds
geen water uit stroomt, laat uw
buitenboordmotor dan controleren
door uw officiële Honda
buitenboordmotoren-dealer.
Gebruik de buitenboordmotor
niet zolang het probleem niet
verholpen is.