Membraan ............................................................................................................................... 20639786
Ventiel ..................................................................................................................................... 20638440
Vacuüm-meetinstrument DVD 2pro ......................................................................................... 20682906
Membraansleutel (SW 66) ........................................................................................................ 20636554
Pompkoppen reinigen en controleren
➨ Condens aan het begin van onderhoudswerken aflaten, om uitlopen van
condens uit de lekbak van het uitlaatfilter te voorkomen!
➨ Olie aftappen (zie "Olie verversen"), zodat er geen olie in het uitlaatfilter of in de
manometer kan stromen. Voor hernieuwde inbedrijfstelling opnieuw olie vullen!
➨ Voor onderhoud de pomp op de zijde leggen, zodat de pompkop die onderhoud
moet krijgen, bovenaan ligt. Pomp afdoende ondersteunen.
Let op: Uitlaatfilter en manometer niet beschadigen, pomp niet op uitlaatfilter
laten steunen!
A
Het document mag alleen compleet en ongewijzigd gebruikt en doorgegeven worden. De gebruiker heeft de verantwoordelijkheid
te controleren of dit document geldig is voor zijn product.
Pagina 29 van 40
Gereedschap:
-
Kruiskopschroevendraaier mt. 2
-
Steeksleutels SW 14/17
-
inbussleutel mt. 5
-
membraansleutel SW 66
➨ Met een steeksleutel (SW 17) de wartelmoeren aan de
pompkoppen losdraaien.
➨ Afdekplaat
verwijderen.
kruiskopschroevendraaier mt. 2 de beide schroeven (A)
losdraaien. Op de tandveerringen letten.
➨ De slangaansluiting van de betreffende schroefkoppeling
met een steeksleutel (SW 14) door 1/4 omwenteling uit de
slang draaien.
☞ De schroefkoppelingen niet uit de pompkoppen draaien.
Bij het vastdraaien kunnen lekkages ontstaan.
Hiervoor
met
een