Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Eerste Inbedrijfstelling / Pompolie Vullen; Bij De Inbouw In Een Vacuümsysteem - vacuubrand RC 6 Handleiding

Hybride chemie
Verberg thumbnails Zie ook voor RC 6:
Inhoudsopgave

Advertenties

VOORZICHTIG
(A)
(B)
(C)
GEVAAR
WAARSCHUWING
Het document mag alleen compleet en ongewijzigd gebruikt en doorgegeven worden. De gebruiker heeft de verantwoordelijkheid
te controleren of dit document geldig is voor zijn product.

Eerste inbedrijfstelling / pompolie vullen

De pomp wordt zonder olievulling geleverd. Dit voorkomt dat er tijdens
het transport olie uit de draaischoepenpomp in het uitlaatfilterhuis belandt.
0,5 l rotatiepompolie is in de leveringsomvang inbegrepen. Voor de eerste
inbedrijfstelling olie vullen.
Pompolie vullen:
➨ Manometer (A) op het tussenstuk (B) (steeksleutel SW 17)
☞ Niet direct aan de manometer draaien, omdat er anders
➨ Eerst slechts ca. 350 ml olie in de pomp vullen (ongeveer
➨ Manometer met tussenstuk (steeksleutel SW 17) in de
☞ Op de O-ring letten!
☞ Niet direct aan de manometer draaien, omdat er anders
➨ De pomp met gesloten zuigaansluiting ca. 5-10 minuten laten lopen.
☞ Let op: Verse olie bevat gas dat pas bij de eerste keer afpompen tot sterk
overschuimen en tot olielekkage naar de olieafscheider kan leiden.
➨ Manometer met tussenstuk opnieuw uitdraaien.
➨ Ca. 100 ml olie bijvullen.
☞ De max. hoeveelheid olie is in principe niet noodzakelijk. Niet te veel vullen!
➨ Manometer met tussenstuk (steeksleutel SW 17) opnieuw in de behuizing van de
draaischoepenpomp draaien.
☞ Op de O-ring letten!
☞ Niet direct aan de manometer draaien, omdat er anders gevaar op lekkage
bestaat!
Bij de inbouw in een vacuümsysteem
➨ Zorgen voor een geschikt opvang- en afvalverwijderingssysteem, indien het
gevaar bestaat dat oliedampen, giftige of schadelijke gassen of gevaarlijke of
milieubedreigende fluïden vrijkomen.
☞ Indien noodzakelijk een slang voor af te voeren gas op de afvoer gasdicht
aansluiten en de af te voeren gassen (bijv. via afzuiging) afvoeren.
☞ De gasafvoer mag niet geblokkeerd zijn. De leiding voor het af te voeren gas
moet altijd vrij (drukloos) zijn om een ongehinderde uitstoot van de gassen te
kunnen garanderen.
☞ Het verwisselen van uitlaat en inlaat veroorzaakt overdruk. De uitlaat
(slangkoppeling) wordt aangeduid met "OUT".
☞ Er mogen geen deeltjes en stof worden aangezogen. De gebruiker moet evt.
geschikte filters voor de pomp installeren. De gebruiker moet voor het gebruik de
geschiktheid van deze filters m.b.t. de doorstroming, chemische bestendigheid
en betrouwbaarheid tegen verstoppingen controleren en dit garanderen.
☞ Bij het inbouwen in een behuizing of bij een hoge omgevingstemperatuur voor
een goede ventilatie zorgen, evt. een externe gedwongen ventilatie aanbrengen.
Pagina 16 van 40
uit de behuizing van de draaischoepenpomp draaien.
gevaar op lekkage bestaat! Op de O-ring letten!
tot de markering "Min." (C)).
behuizing van de draaischoepenpomp draaien.
gevaar op lekkage bestaat!

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave