Opsporen van storingen
Vastgestelde storing
❑ De pomp begint niet te
draaien.
❑ Geen zuigvermogen,
einddruk niet bereikt.
Het document mag alleen compleet en ongewijzigd gebruikt en doorgegeven worden. De gebruiker heeft de verantwoordelijkheid
te controleren of dit document geldig is voor zijn product.
Pagina 26 van 40
Mogelijke oorzaak
Stekker niet in het stopcontact
➨
gestoken?
Elektrische voedingsspanning
➨
niet geschikt voor de pomp?
Fasestoring?
➨
Olietemperatuur lager dan
➨
12°C?
Pomp slingert bij het
➨
opstarten?
Aggregaat van de draaischoe-
➨
penpomp verontreinigd?
Motor thermisch overbelast?
➨
Overdruk in de leiding voor af
➨
te voeren gas?
Uitlaatfilter verstopt/
➨
verzadigd, filterelement staat
in de olie?
Pomp geblokkeerd?
➨
Drukmeetmethode of meetcel
➨
ongeschikt?
Inlaat verstopt?
➨
Lek in de leiding of recipiënt? ✔
➨
Centreerring verkeerd
➨
geplaatst?
Lange, dunne vacuümleiding? ✔
➨
Te weinig olie?
➨
Olie van het verkeerde type
➨
gebruikt?
Olie verontreinigd (ook door
➨
oplosmiddel)?
Gasafgifte van de gebruikte
➨
substanties, dampontwikke-
ling in het proces?
Storing verhelpen
Stekker in het stopcontact
✔
steken, hoofdzekering con-
troleren.
Pomp op geschikte voe-
✔
dingsspanning aansluiten.
Zekering (in het gebouw)
✔
controleren.
Pomp in correct verwarmde
✔
bedrijfsruimte opstellen.
Normaal gedrag, geen fout
✔
bij koude pomp.
Onderhoud uitvoeren of
✔
aggregaat reinigen.
Pomp uitschakelen, laten
✔
afkoelen (< 50°C), voldoende
luchttoevoer garanderen.
De leiding voor af te voeren
✔
gas openen
Uitlaatfilter legen, evt. filtere-
✔
lement vervangen.
Zie hieronder.
✔
Geschikte methode
✔
selecteren.
Een inlaat garanderen.
✔
Pomp meteen controleren
- meetapparaat op
zuigaansluiting. Leiding en
recipiënten controleren.
Aansluitingen kleine flens
✔
controleren.
Grotere leidingdoorsnede
selecteren.
Olie bijvullen.
✔
Olie verversen en
✔
oliespoeling doorvoeren.
Olie verversen en
✔
oliespoeling doorvoeren.
De procesparameters
✔
controleren.