4
1 keer externe start / start met overstromingsventiel
5
Start de motor en laat de motor na 1 startcyclus op volledig toerental draaien
Verificatie van zichtbaar / hoorbaar alarm
1
Batterijstoring:
-
Koppel op het klemmenbord draad 6 voor batterij 1 of draad 8 voor batterij 2 los. Er volgt nu
een hoorbaar en zichtbaar alarm met betrekking tot storing in de batterij en problemen met de
controller.
Opmerking: om met testen door te gaan, is het belangrijk dat u de draden weer terugbrengt in de
oorspronkelijke staat.
2
Storing van de lader:
-
Schakel stroomonderbreker 1 (CB1) of stroomonderbreker 2 (CB2) in op de OFF-positie om
beide batterijladers te testen.
-
Er volgt nu een hoorbaar en zichtbaar alarm met betrekking tot storing in de batterijlader en
problemen met de controller.
Waarschuwing: CB1 en CB2 mogen niet tegelijkertijd worden uitgeschakeld.
Opmerking: om met testen door te gaan, is het belangrijk dat u de stroomonderbreker weer
terugbrengt in de oorspronkelijke staat en de alarmen reset.
3
Koelvloeistoftemperatuur van motor hoog:
-
Start de motor handmatig of automatisch.
-
Met de LED voor lopende motor aan plaatst u een hulpdraad tussen aansluitklem 5 en 11 of
simuleert u dat er een signaal voor een hoog koelvloeistofgehalte uit de motor komt.
-
Als de motor handmatig werd gestart, is er een zichtbaar en hoorbaar alarm aanwezig, maar
wordt de motor niet uitgeschakeld. Zet de keuzeschakelaar in de OFF-positie als u de motor wilt
uitschakelen.
-
Als de motor automatisch werd gestart, is er een zichtbaar en hoorbaar alarm aanwezig,
maar wordt de motor niet uitgeschakeld. Zet de keuzeschakelaar in de OFF-positie als u de motor
wilt uitschakelen.
Opmerking: Verwijder de hulpdraden en reset het alarm om met de volgende simulatie door te
gaan.
4
Motoroliedruk te laag:
-
Start de motor handmatig of automatisch.
-
Met de LED voor lopende motor aan plaatst u een hulpdraad tussen aansluitklem 4 en 11 of
simuleert u een lage oliedruk in de motor. Na 8 seconden kondigt het alarm zich aan.
-
Als de motor handmatig werd gestart, is er een zichtbaar en hoorbaar alarm aanwezig, maar
wordt de motor niet uitgeschakeld. Zet de keuzeschakelaar in de OFF-positie als u de motor wilt
uitschakelen.
-
Als de motor automatisch werd gestart, is er een zichtbaar en hoorbaar alarm aanwezig,
maar wordt de motor niet uitgeschakeld. Zet de keuzeschakelaar in de OFF-positie als u de motor
wilt uitschakelen.
Opmerking: Verwijder de hulpdraden en reset het alarm om met de volgende simulatie door te
gaan.
5
Te hoog toerental van de motor:
-
Start de motor handmatig of automatisch.
-
Met het lampje voor lopende motor aan plaatst u een hulpdraad tussen aansluitklem 6 en 3
of simuleert u een te hoog toerental in de motor.
-
Er is nu een hoorbaar en zichtbaar alarm aanwezig en de motor wordt uitgeschakeld,
waarbij het niet uitmaakt of de motor handmatig of automatisch werd gestart.
Opmerking: Verwijder de hulpdraden en reset het alarm om met de volgende simulatie door te
gaan.
JA
NEE
68