Inhoudsopgave
Advertenties
AC FAIL - Telt de tijd na een wisselstroomstoring en aan het eind van een vooraf bepaalde timer en start de motor met een AC
FAIL-verzoek.
Een rode capsule geeft de reden waarom de motor niet draait, ondanks het feit dat hiertoe een verzoek is ingediend.
Mogelijke keuzes zijn:
DC FAIL - Deze startoorzaak treedt op wanneer de controller een verzoek ontvangt om te starten, maar geen
gelijkstroomvermogen heeft. Dit betekent dus dat de motor niet kan worden gestart.
OVERSPEED - Deze startoorzaak treedt op wanneer de controller een verzoek ontvangt om te starten, maar de motoren een
'Overspeed'-signaal versturen. Dit betekent dus dat de motor niet kan worden gestart.
FAILSTART - Deze startoorzaak treedt op wanneer de controller een verzoek ontvangt om te starten, maar het alarm 'Fail To
Start' na een storing in de startprocedure actief is. Dit betekent dus dat de motor niet kan worden gestart.
LOW ZONE: Als de controller voor de onderste zone niet werkt, kan het draaien van de motor niet worden gestart. Deze
functionaliteit is optioneel.
LOCKED: Een vergrendelingssignaal voorkomt het draaien van de motor.
J: De afvoerdrukmeter. Voor een nauwkeurige lezing van de werkelijke systeemdruk. Het rode vak in de linkerbovenhoek van
de meter toont de waarde van het instelpunt voor starten, en het groene vak in de rechterbovenhoek het instelpunt voor
stoppen. Deze waarden worden ook vertegenwoordigd door een rode en groene streep op de meter, voor een snelle
vergelijking tussen de werkelijke druk en de instelpunten. Onderaan de meter toont een digitale indicator de werkelijke
afvoerdruk, die ook door de naald van de meter wordt aangeduid. Direct rechts van de digitale drukindicator wordt de
werkelijke drukeenheid weergegeven. Tenslotte wordt de maximaal toelaatbare druk ook op de meter weergegeven. De
meter wordt dienovereenkomstig geschaald. De meter voor de afvoerdruk is ook een knop die naar de 'Gauge'-pagina leidt,
waar alle actieve meters worden weergegeven.
Het dashboard
K: De HOA-keuzeschakelaar. De drie posities duiden de werkelijke positie van de HOA aan: 'HAND' voor handmatige modus,
'OFF' en 'AUTO' voor de automatische modus. De controller moet altijd in de 'AUTO'-stand blijven staan.
L: Bedrijfstimers inclusief de timer voor de startprocedure, uitschakeling van de bedrijfsperiode, handmatig testen, wekelijks
testen en wisselstroomstoringen.
M: Een 'AC'-controlelampje. Vertegenwoordigt de staat van de AC-stroombron. Het lampje is groen als er
wisselstroomvoeding beschikbaar is en rood als er een storing in de wisselstroomvoeding optreedt. Als de startoptie 'AC fail'
actief is, verschijnt de bijbehorende timer naast het AC-controlelampje.
N: Weergave van drie statussen met een beschrijving van de primaire configuratie van de controller: Geactiveerd door druk of
bij geen druk, automatische of niet-automatische controller, handmatig of automatisch uitschakelen.
O: Alarm-/waarschuwingskennisgeving.
Waarschuwingslampje: Uitroepteken in een geel, rond symbool. Als er geen alarm met de staat ACTIVE (actief) op de
controller aanwezig is en er ten minste één waarschuwing ACTIVE of OCCURRED (opgetreden) aanwezig is, is dit
waarschuwingslampje zichtbaar.
25
Advertenties
Inhoudsopgave
