- Oliedruk van motor laag (4)
- Motor start niet
- Motorstoring tijdens het draaien
- Te hoge snelheid van de motor* (3)
- ECM-keuzeschakelaar van motor in wisselstroomstand (301)
- Waarschuwing m.b.t. motor-ECM (303)
- Storing m.b.t. motor-ECM (304)
- Storing bij brandstofinjectie van motor (302)
- Batterijstoring 1-2
- Storing bij gelijkstroom
- Overdruk
Problemen in de pompruimte: Een algemeen alarm dat wordt geactiveerd wanneer de volgende gebeurtenissen
plaatsvinden:
- Lek in brandstoftank
- Laag brandstofpeil
- Hoog brandstofpeil
- Storing bij wisselstroom
- Lage temperatuur in pompruimte
- Lage aanzuigdruk
- Waterreservoirpeil laag
- Waterreservoir leeg
CTRL-problemen: Belangrijk: dit relais wordt normaal gesproken geactiveerd wanneer de controller een normale status heeft.
Het relais
wordt uitgeschakeld wanneer er problemen met de controller worden gedetecteerd (fail-safe). Het algemene alarm over
problemen met de controller is actief wanneer een of meer van de volgende voorwaarden van toepassing zijn:
- Storing in de batterijlader 1-2
- Storing bij gelijkstroom
- Standaard solenoïdeklep
- Startdruk niet tijdens test bereikt
- Storing in drukleiding
-
Wisselstroomstoring: Bewaakt de wisselstroomvoeding en activeert als er een storing optreedt.
-
Storing in batterij 1-2: Bewaakt de status van batterij 1 en activeert als er een storing optreedt. Dit gebeurt wanneer
de batterij wordt ontkoppeld, het verkeerde type heeft of niet kan worden opgeladen.
-
Storing in batterijlader 1-2: Bewaakt de status van batterijlader 1 en activeert als er een storing optreedt. Dit gebeurt
bij een defect in de batterijlader, als de batterijlader niet goed van stroom wordt voorzien of de benodigde stroom
niet kan leveren.
-
Storing bij gelijkstroom: Gaat af als in beide batterijen een storing optreedt en voorkomt dan dat de motor start.
-
Onderhoud vereist: Gaat af wanneer een onderhoudsbeurt voor de controller is gepland. Dit gebeurt wanneer de op
de onderhoudspagina ingestelde datum is verstreken of als er nog nooit onderhoud aan de controller is uitgevoerd.
-
Zwakke batterij 1-2: Gaat af als de accuspanning onder het instelpunt voor een zwakke batterij (ingesteld op de
pagina met fabrieksinstellingen) komt.
-
Verlies van continuïteit 1-2: Gaat af als de motorstartschakelaars van de controller worden ontkoppeld.
-
Lage temp in pompruimte: Gaat af als de optionele programmeerbare invoer 'Low Pump Room Temp' door een
28