extern signaal wordt geactiveerd.
-
Lage reservetemperatuur: Gaat af als de analoge aflezing van de reservetemperatuurinvoer is ingeschakeld en lager
daalt dan het instelpunt voor lage reservetemperatuur op de pagina 'Spare temperature'-sensor.
-
WT CI niet bereikt: Gaat af als de startdruk tijdens een handmatig uitgevoerde test of een wekelijkse testtimer niet
wordt bereikt. Als de startdruk aan het einde van de 255s-timer nog niet is bereikt, kan de motor tijdens de test toch
worden gestart als de druk ten minste met 5 PSI is gedaald.
-
WT-controle van WT-solenoïde: Gaat af als de druk tijdens een handmatig uitgevoerde test of de wekelijkse test niet
minimaal 5 PSI daalt. Geeft een storing in de testsolenoïdeklep aan.
-
PT-storing gedetecteerd: Als er een optionele dubbele druksensor is geïnstalleerd, wordt deze storing geactiveerd als
op de twee drukomzetters verschillende waarden worden afgelezen. Er wordt nader onderzoek geadviseerd om te
bepalen wat de oorzaak van de verschillende lezingen is. Merk op dat de controller altijd de laagste drukaflezing
kiest om de werkelijke systeemdruk te bepalen.
-
Overdruk: Gaat af als de analoge aflezing van de afvoerdruk uitstijgt boven het instelpunt voor overdruk op de
pagina voor de afvoerdruksensor.
-
Onderdruk: Gaat af als de analoge aflezing van de afvoerdruk daalt tot onder het instelpunt 'Under Pressure' op de
pagina voor de afvoerdruksensor.
-
Lage aanzuigdruk: Gaat af als de analoge aflezing van de aanzuigdruk daalt tot onder het instelpunt voor lage
aanzuigdruk op de pagina voor de aanzuigdruksensor.
-
Start forceren bij stroming: Gaat af als een extern contact de ingang van een debietschakelaar activeert of als de
analoge aflezing van de stroming is ingeschakeld en uitstijgt boven de door stroming geforceerde start van het
debietinstelpunt op de pagina van de debietsensor.
-
Storing in drukleiding: Gaat af als de druk uitstijgt boven het instelpunt van een storing in de drukleiding ('Burst
Pressure'), ingesteld op de pagina 'Factory Settings'.
-
Waterres. bijna leeg: Gaat af als het contactpunt 'Water Reservoir Low' wordt geactiveerd of als de analoge aflezing
van het waterreservoir is ingeschakeld en daalt tot onder het instelpunt voor een bijna leeg waterreservoir op de
pagina 'Water Level'-sensor.
-
Waterres. Leeg: Gaat af als een extern contact de optionele invoerwaarde voor 'Water Reservoir Empty' activeert.
-
Hoofdontlastklep open: Gaat af als een extern contact de optionele invoerwaarde voor 'Main Relief Valve Open'
activeert.
-
Lek in brandstoftank: Gaat af als het contactpunt 'Fuel Tank Leak' wordt ingeschakeld.
-
Laag brandstofpeil: Gaat af als het contactpunt 'Low Fuel Level' wordt geactiveerd of als de analoge aflezing van het
brandstofpeil is ingeschakeld en daalt tot onder het instelpunt voor een laag brandstofpeil op de pagina 'Fuel Level'-
sensor.
-
Hoog brandstofpeil: Gaat af als het contactpunt 'High Fuel Level' wordt geactiveerd of als de analoge aflezing van het
brandstofpeil is ingeschakeld en uitstijgt boven het instelpunt voor een hoog brandstofpeil op de pagina 'Fuel Level'-
sensor.
-
Motorstoring tijdens het draaien: Gaat af als het 'Engine Run'-signaal tijdens het draaien van de motor wordt
onderbroken. De motor zal de startprocedure nogmaals proberen uit te voeren als de startoorzaken niet terugkeren
naar normaal.
29