HOE DE HANDMATIGE INSTELLING TE
GEBRUIKEN
1. Zet het bedieningspaneel aan.
Begin te stappen of druk op enige toets van het
bedieningspaneel om het bedieningspaneel aan te
zetten.
Wanneer u het bedieningspaneel aanzet zal de
display aangaan en is het bedieningspaneel klaar
voor gebruik.
2. Kies de handmatige instelling.
Wanneer u het bedieningspaneel aanzet zal
de handmatige instelling automatisch gekozen
worden.
Wanneer u een workout gekozen heeft, kies dan
opnieuw de handmatige instelling door op de
Home (thuis) toets, op de toets Calorie Workouts
(calorie-oefeningen), of op de toets Performance
(prestatie-oefeningen) Workouts te drukken.
3. Verander desgewenst de weerstand van de
pedalen.
Verander tijdens het stappen de weerstand van de
pedalen door op de toename- en afnametoetsen
Resistance (weerstand) te drukken, of door op een
van de genummerde toetsen 1 Step Resistance (1
stap weerstand) te drukken.
Aandacht: als u op een toets drukt, zal het even-
tjes duren voordat de pedalen het gewenste
weerstandsniveau bereiken.
4. Volg uw vordering met de display.
De display kan de volgende workout informatie
aangeven:
Cals. (calorieën): wanneer de handmatige instel-
ling wordt gekozen zal deze display het geschatte
aantal calorieën dat u verbrand heeft aangeven.
Wanneer een workout wordt gekozen, zal deze
display instelling óf het geschatte aantal calorieën
dat nog te verbranden zijn óf het aantal geschatte
calorieën dat u verbrand heeft aangeven.
Cals./Hr (calorieën per uur): deze display instel-
ling zal het geschatte aantal calorieën dat u per uur
verbrandt aangeven.
Distance (afstand): deze display instelling zal
de gestapte afstand in mijlen of in kilometers
aangeven.
Pulse (hartslag): deze display instelling zal uw
hartslag aangeven wanneer u de handgreep met
hartslagmonitor of de optionele borstkas hartslag-
monitor (zie stap 5) gebruikt.
Resist. (weerstand): deze display instelling zal het
weerstandsniveau van de pedalen aangeven.
RPM (OPM): deze display instelling zal uw
stapsnelheid in omwentelingen per minuut
aangeven.
Speed (snelheid): deze display instelling zal uw
stapsnelheid in mijlen of in kilometers per uur
aangeven.
Time (tijd): wanneer de handmatige instelling
wordt gekozen, zal deze display instelling de
verlopen tijd aangeven. Wanneer een workout
wordt gekozen, zal deze display instelling óf de
resterende tijd van de workout óf de verlopen tijd
aangeven.
De matrix kent verschillende display tabbladen.
Druk herhaaldelijk op de toename- en de afname-
toetsen naast de toets Enter totdat het gewenste
tabblad wordt aangegeven.
Speed (snelheid): dit tabblad zal een profiel van
de snelheidsinstellingen van de workout aangeven.
Er zal aan het einde van iedere minuut een nieuw
segment verschijnen.
18