Advertenties
2
Selecteer de multi effect aansluiting.
Met de data dial, de [+/YES]-knop of de [-/NO]-knop.
Er zijn de volgende zes soorten beschikbaar.
RIGHT1
DSP1mDSP2mDSP3
DSP1mDSP2
DSP1mDSP2
DSP1
DSP1
DSP1
3
Druk op de [NEXT]-knop.
BACK
NEXT
4
Selecteer het gewenste multi effect systeem.
Met de data dial, de [+/YES]-knop of de [-/NO]-knop.
DSP4 is het effect voor het microfoongeluid (pag. 83).
5
Druk op de [NEXT]-knop.
6
Selecteer het effect type voor DSP1 - 3.
Met de data dial, de [+/YES]-knop of de [-/NO]-knop.
Zie de Multi Effect Type Lijst (pag. 144).
7
Druk op de [NEXT]-knop.
8
Stel de effect sterkte in voor DSP1 - 3.
Met de data dial, de [+/YES]-knop, de [-/NO]-knop of de numerieke toetsen
[1]-[0].
De Dry/Wet instelling bepaalt de hoeveelheid effectgeluid dat hoorbaar is in
vergelijking met het onbewerkte geluid. Het woord "dry" (droog) verwijst naar
het originele geluid waarop geen effect is toegepast, en "wet" (nat) verwijst
naar het met effect bewerkte geluid.
Dry/Wet [1] ........... Er wordt alleen onbewerkt geluid verstuurd.
Dry/Wet [64] ......... Evenwichtige balans tussen onbewerkte en bewerkte niveaus.
Dry/Wet [127] ....... Er wordt alleen bewerkt geluid verstuurd.
9
Bespeel het toetsenbord.
Probeer ook andere aansluitingsinstellingen en
soorten.
RIGHT2
DSP3
DSP3
DSP2
DSP3
DSP2mDSP3
DSP2mDSP3
LEFT
Digitale Effecten
NB
• Als de Voice Set functie
aanstaat (pag. 136), wijzigen
de multi effect aansluitingsin-
stellingen automatisch in de
geselecteerde R1 paneel-
voice.
NB
• De DSP 1/2/3 type
instellingen kunnen
automatisch wijzigen als er
een paneelvoice is
geselecteerd voor R1.
NB
• De Dry/Wet (onbewerkt/
bewerkt) instellingen kunnen
voor sommige DSP 1/2/3
soorten niet worden
ingesteld.
• De Dry/Wet instellingen van
DSP 1/2/3 kunnen
automatisch wijzigen als er
een paneelvoice is
geselecteerd voor R1.
55
Advertenties
Hoofdstukken
