11
Bewerk de setup data.
Druk op de [NEXT] en [BACK] -knoppen om tussen de displays heen en weer
te schakelen (als hieronder getoond).
• Selecteer een track met een druk op
één van de [TRACK1]-[TRACK16]
knoppen.
• Wijzig met de data dial, de [+/YES]-
knop, of de [-/NO]-knop de gewenste
waarden in iedere display.
12
Druk op de [NEXT]-knop om het setup data saving scherm
getoond te krijgen.
13
Sla de gewijzigde data op
diskette op.
• Druk, om het opslaan te annule-
ren (als u bewerkingen over wilt
doen), op de [-/NO]-knop om met
bewerken door te gaan vanaf stap
#11 hierboven, nadat de display is
teruggekeerd naar het SETUP
DATA scherm.
• Druk, om de op diskette op te
slaan, op de [+/YES]-knop.
14
Druk op de [RECORD]-knop om de Record mode te verlaten.
• Voice
[BACK]-knop
• Volume
[BACK]-knop
• Octave
[BACK]-knop
• Pan
[BACK]-knop
• Reverb depth
[BACK]-knop
• Chorus depth
[BACK]-knop
• DSP depth
Het opslaan is
voltooid...
Song Opname
[NEXT]-knop
[NEXT]-knop
[NEXT]-knop
[NEXT]-knop
[NEXT]-knop
[NEXT]-knop
PAS OP!
• Verwijder nooit een
diskette en zet het
instrument nooit uit
als u een file opslaat.
103