12
Wis de data van de geselecteerde track.
Druk op de [+/YES]-knop om de data te wissen.
Druk, om het wissen te annuleren, op de [-/NO]-knop.
13
Selecteer een voice voor de op te nemen track.
Selecteer de gewenste voice met een druk op de [VOICE R1]-knop (pag. 26).
Druk, om terug te keren naar de vorige display, op de [EXIT]-knop.
14
Start de opname.
U kunt de opname op één van de volgende manieren starten:
• Druk op de [START/STOP]-knop.
• Druk op de [SYNC START]-knop om de gesynchroniseerde standby (pag.
25) te activeren, en speel vervolgens een toets op het toetsenbord.
De opname herhaalt zich onbepaald (tot deze wordt gestopt) in een loop.
Noten die u opneemt spelen af vanaf de volgende herhaling, waardoor u kunt
opnemen terwijl u het eerder opgenomen materiaal hoort.
Houdt de volgende regels in acht bij het opnemen van de MAIN en FILL secties:
•
Gebruik alleen de CM7 toonladder bij het opnemen van de BASS en
PHRASE tracks (i.e. C, D, E, G, A en B).
•
Gebruik alleen de akkoordtonen bij het opnemen van CHORD en PAD tracks
(i.e. C, E, G en B).
Ieder geschikt akkoord of akkoordprogressie kan voor de INTRO en ENDING
secties worden gebruikt.
Het basisakkoord voor de begeleiding wordt het bronakkoord genoemd. Het
standaard bronakkoord is ingesteld op CM7, maar u kunt het wijzigen in ieder
akkoord dat voor u gemakkelijk te spelen is. Zie voor details "Style File
(Automatische Begeleiding) Format" (pag. 111).
15
Druk op de [START/STOP]-knop om de opname te stoppen.
16
Druk op de [RECORD]-knop om de Record mode te verlaten.
Zie pag. 114 voor informatie over het verlaten van de opname mode.
C = akkoordtoon
C, S = toonschaal
C S C
C S C
Stijl Opname
115