Advertenties
Over het Opnemen van User Styles
Bij het opnemen van een User song, neemt de PSR-740/640 uw spel op het
toetsenbord als MIDI data op. User stijlen worden echter anders opgenomen. Hier
volgen enkele aspecten waarin stijlopname afwijkt van songopname:
Loop Opname
Automatische Begeleiding herhaalt de begeleidingspatronen van verschillende
maten in een "loop," en stijlopname werkt ook met loops. Als u de opname
bijvoorbeeld start met een twee-maats hoofdsectie, worden de twee maten
steeds opnieuw opgenomen. Noten die u opneemt spelen af vanaf de volgende
herhaling (loop), waardoor u op kunt nemen terwijl u het eerder opgenomen
materiaal kunt horen.
Overdub Opname
Deze methode neemt nieuw materiaal in een track op die reeds eerder opgeno-
men data bevatte, zonder die data te wissen. Bij stijlopname, worden de
opgenomen data niet gewist, behalve als u functies als Clear (pag. 118) en Drum
Cancel (pag. 113) gebruikt.
Als u de opname bijv. start met een twee-maats hoofdsectie, dan worden de
twee maten vele malen herhaald. Noten die u opneemt spelen af vanaf de
volgende herhaling, waardoor u nieuw materiaal op de loop kunt overdubben
terwijl u het eerder opgenomen materiaal kunt horen.
Preset stijl data
Kopiëren
Intern geheugen voor
User stijl opname
Style File (Auto Accompaniment) Format
Het Style File Format (SFF) combineert al Yamaha's auto accompaniment know-how
in een universeel format.
Met de User style functie, heeft u het voordeel van de kracht van het SFF formaat en
kunt u uw eigen User styles creëren.
Bronpatroon
(opgenomen data)
Akkoordwijziging
Noottranspositie
(Brongrondakkoord/soort)
Hoogste toets instelling
Noot toetsinstelliingen
(Low Limit, High Limit)
Begeleiding
CTAB is een groep parameters die bepalen hoe de toonhoogte van het bronpatroon
wordt geconverteerd als u akkoorden speelt in het auto accompaniment gedeelte
van het toetsenbord. De User style functie biedt u buitengewoon gedetaileerde en
uitgebreide besturing doordat u het bronpatroon in iedere track op kunt nemen en de
CTAB parameters voor iedere track kunt instellen. Met de PSR-740/640 kunt u de
volgende vier CTAB parameters instellen:
• Source Chord Root
• Source Chord Type
• Highest Key
• Note Range (Low Limit, High Limit)
Zie pag. 119 voor details over de CTAB parameters.
Het Gebruik van Preset Styles
Zoals links is te zien, worden, als u de interne
preset stijl selecteert die het dichtst bij de stijl ligt
die u wilt creëren, de preset stijldata gekopieerd
naar een speciale geheugenlokatie voor opname.
U creëert (neemt op) uw nieuwe, originele stijl
door data bij de data in de geheugenlokatie te
voegen of ervan te wissen.
Alle tracks (met uitzondering van de ritme track)
moeten voor opname worden gewist (pag. 115).
CTAB ......................................... pag. 119
Links wordt het proces aangegeven waardoor de
begeleiding wordt afgespeeld. (Dit is niet
toepasbaar op de ritme track.)
Het bronpatroon is de originele stijldata. Zoals op
pag. 115 wordt uitgelegd, wordt in stijlopname dit
bronpatroon opgenomen.
Zoals hier links is te zien, wordt de werkelijke output
van de begeleiding bepaald door verschillende
parameterinstellingen en akkoordwijzigingen (het
spelen van akkoorden in het auto accompaniment
gedeelte van het toetsenbord) die in dit bronpatroon
worden gemaakt.
Stijl Opname
NB
De volgende opmerkin-
gen zijn belangrijk om te
onthouden bij het op-
nemen van User styles.
• Wis op zijn minst één van de
drie User styles alvorens u
een nieuwe User style
opneemt. Het opnemen van
een nieuwe User style kan
niet worden gestart als alle
drie de User styles
opgenomen data bevatten.
• Vermijdt verlies van data
tijdens het opnemen en zet
het instrument niet uit en
haal de adaptor niet uit het
stopcontact tijdens opname.
• Met Registratie Geheugen
(pag. 62) kunt u uw
opnamesessies veel
efficiënter maken, aangezien
verschillende instellingen
(zoals voices, etc.) met een
enkele druk op een knop
kunnen worden opgeroepen.
Als de record mode actief is,
gaat de Registratie
Geheugen Freeze functie
aan (het kan niet worden
uitgezet zolang de record
mode actief is).
• Met de Metronoomfunctie
(pag. 134) kunt u uw
opnamesessies veel
efficiënter maken.
• In de Record Ready mode,
kunt u voicedata in de
opgenomen tracks
uitwisselen of bewerken met
Voice Change op pag. 89,
Mixer op pag. 90 of
Parameter Edit op pag. 91.
• Als het geheugen tijdens het
opnemen vol raakt,
verschijnt er een waarschu-
wing in de display en stopt
het opnemen.
• Aangezien er wordt
opgenomen in maateenhe-
den, moet u eerst een stijl
selecteren die het zelfde
aantal maten heeft als de
sectie die u op wilt nemen.
• Als geen van de preset
stijlen geschikt is, selecteer
er dan één met dezelfde
maatsoort en aantal maten
als die u wilt creëren, en wis
vervolgens met de Clear
functie (pag.118) alle preset
data voordat u uw eigen data
invoert.
NB
• "CTAB" is de afkorting van
"Channel table"
(kanaaltabel).
111
Advertenties
Hoofdstukken
