HOOFDSTUK 3 - BEDIENINGSELEMENTEN EN CONTROLELAMPJES VAN DE MACHINE
9. Keuzeschakelaar Platform/Grond.
Een sleutelschakelaar met drie standen die voeding aan
de bedieningsconsole op het platform levert wanneer hij
op Platform staat. Wanneer de sleutel op de stand Grond
wordt gehouden, is de voeding naar het platform uitge-
schakeld en kan alleen het grondbedieningsstation wor-
den gebruikt.
OPMERKING: Wanneer de keuzeschakelaar Platform/Grond in de
middelste stand staat, is de voeding naar beide
bedieningsstations uitgeschakeld.
10. Onder-/middengiek heffen/neerlaten.
Wanneer deze schakelaar omhoog of omlaag wordt
gezet, wordt de ondergiek omhoog of omlaag gebracht.
11. Bovengiek heffen/neerlaten.
Wanneer deze schakelaar omhoog of omlaag wordt
gezet, wordt de bovengiek omhoog of omlaag gebracht.
12. Gelede jib (indien aanwezig).
Wanneer de bedieningsschakelaar voor de gelede jib
omhoog of omlaag wordt gezet, gaat de jib omhoog of
omlaag.
3122508
GEBRUIK DE AUTOMATISCHE PLATFORMNIVELLERINGSFUNCTIE
ALLEEN OM HET PLATFORM LICHTJES TE NIVELLEREN. EEN VER-
KEERD GEBRUIK KAN HET VERSCHUIVEN OF VALLEN VAN DE
LADING/INZITTENDE VEROORZAKEN. ZO NIET KAN DIT LEIDEN TOT
ERNSTIG LETSEL EN DE DOOD.
13. Opheffen automatisch rechtzetten platform.
Een schakelaar met drie standen voor het rechtzetten van
het platform, waarmee de machinist eventuele verschillen
in het automatische rechtzetsysteem kan compenseren
door de bedieningsschakelaar omhoog of omlaag te zet-
ten.
14. Draaien.
Een bedieningsschakelaar met drie standen, die naar
rechts of links kan worden gezet om het platform te
draaien.
15. Functie activeren (indien aanwezig).
Wanneer de motor draait, moet de activeringsschake-
laar omlaag worden gehouden om alle bedieningsfunc-
ties van de giek te activeren.
– JLG Hoogwerker –
3-5