Gevaar voor kantelen
• De gebruiker dient vertrouwd te zijn met het oppervlak
alvorens te rijden. Rijd niet dwars of recht op een steilere
helling dan is toegestaan.
3122508
HOOFDSTUK 1 - VEILIGHEIDSMAATREGELEN
• Hef het platform niet en rijd niet met geheven platform op
een hellende, ongelijke of zachte ondergrond.
• Controleer de toegestane capaciteit van het oppervlak
alvorens op vloeren, bruggen, trucks en andere opper-
vlakken te rijden.
• Overschrijd nooit de maximumcapaciteit van het platform.
Verdeel de lading gelijkmatig over de vloer van het plat-
form.
• Hef het platform niet en rijd niet met geheven platform ten-
zij de machine op een stevige, horizontale ondergrond
staat en gelijkmatig wordt ondersteund.
• Zorg dat het chassis van de machine op een afstand van
minstens 0,6 m (2 ft) blijft van kuilen, oneffenheden, steile
hellingen, obstakels, afval, bedekte kuilen en andere
mogelijke gevaren op de vloer/ondergrond.
• Duw of trek geen voorwerpen met de giek.
• Probeer nooit de machine als hijskraan te gebruiken.
Bevestig de machine niet aan nabijgelegen constructies.
• Bedien de machine niet bij een windsnelheid van meer
dan 12,5 m/s (28 mph).
• Vergroot het oppervlak van het platform of de lading niet.
Een groter aan de wind blootgesteld oppervlak vermindert
de stabiliteit.
– JLG Hoogwerker –
1-7