6. Drukventiel (P1) helemaal sluiten
7. Het stuurventiel (ST) zo lang bedienen tot de manometer
een druk van ca. 150 bar aangeeft.
Bild 7
8. Hydraulisch stuurventiel in de zweefstand (S)
schakelen
9. Nu moet de druk op de manometer teruglopen tot ca.
120 bar
Als minder dan 120 bar wordt aangegeven
- Schroef (R1) helemaal indraaien
- Stuurventiel (ST) zo lang bedienen tot de manometer een druk
van 150 bar aangeeft.
- Stuurventiel (ST) in de zweefstand brengen
- Schroef (R1) zover naar buiten draaien tot 120 bar wordt
aangegeven (min. 85 bar, max. 150 bar)
- Schroef borgen (R2)
Als er meer dan 120 bar wordt aangegeven
- Schroef (R1) zo ver uitdraaien tot 120 bar wordt weergegeven
(min. 85 bar – max. 150 bar)
- Schroef borgen (R2)
1000-NL EINSTELLUNGEN_375
HYDRAULISCHE MÄHWERKSENTLASTUNG
ST
0
h
s
TD 26/92/48
10. Afstand tussen het aanbouwraam en de boring (7b)
controleren (14,5 cm.) – zie afbeelding 5
Als correcties nodig zijn – zie punt 14.
11. Bodemdruk van de maaibalk (150 kg) controleren (links
en rechts 75 kg)
75 kg
Bild 8
Als correcties nodig zijn – zie punt 14.
12. Blokkeerkraan sluiten (A)
13. De hydraulische leiding (Hyd) kan nu worden
afgekoppeld, het afstellen is afgesloten.
- 14 -
INSTELLINGEN
TD 71-98-05
NL