15.2
Slangbreukmelder reinigen (optie)
17.
Schroef alle 4 sterschroeven (2) eerst slechts losjes in de
doseerkop (5).
18.
De 4 sterschroeven (2) handvast vastdraaien. Op de 4e sterbout
moet weer de dopmoer worden vastgeschroefd als borging.
19.
Het clickwheel indrukken.
„Slang intrekken?" verschijnt.
ð
„Ja" / „Nee"
[Nee] beëindigt u deze macro.
20.
Met
„Ja" wordt de pompslang (4) ingetrokken.
Met
„Slang wordt ingetrokken ..." verschijnt.
ð
De rotor draait enkele keren.
„Slangwissel stap 3" verschijnt.
21.
Het menu
Bij het eerste menupunt
de waarschuwingstijd voor de volgende slangwissel te verhogen of
te verlagen, door het wijzigen van de
„Service è Slang" .
22.
Voor het resetten van de waarschuwingstijd het
indrukken.
„Rotor weer plaatsen!" verschijnt.
ð
23.
Voor het afronden van de slangwissel, nogmaals het
indrukken.
„Beëindigd!" en een handsymbool verschijnen. Dit is een herin‐
ð
nering dat de pomp nog handmatig is gestopt. Start de pomp
indien nodig weer met de toets
24.
Wanneer de pompslang gebroken was, moet de slangbreukmelder
(optie) worden gereinigd.
Ongemerkt ontsnappen van doseermedium
Na activering van de slangbreukmelder kunnen resten van het
n
doseermedium de werking van de slangbreukmelder verstoren.
Na activering de slangbreukmelder reinigen en testen.
n
1.
De slangbreukmelder losschroeven, met steeksleutel SW 14.
2.
Reinig de slangbreukmelder met een geschikte vloeistof, indien
mogelijk met water.
3.
Test de aangesloten slangbreuksensor: De conus aan de voorkant
geheel onderdompelen in water.
ð In de basisweergave wordt een slangbreuk gemeld.
4.
De slangbreukmelder goed afdrogen.
ð In de basisweergave wordt geen slangbreuk meer gemeld.
5.
De schone en droge slangbreukmelder handvast en vloeistofdicht in
de boring schroeven.
„Omwentelingen" , bestaat de mogelijkheid
„Omwentelingen" - zie ook
[Clickwheel]
[STOP/START] .
Repareren
[Clickwheel]
81