„Menu"
Instellen /
Foutafhandeling
Foutafhandeling
48
„Lineaire curve"
Op het LCD-scherm verschijnt het symbool "Lineaire curve". Elk toerental‐
gedrag van de pomp kan proportioneel met het stroomsignaal worden
geprogrammeerd. Hiervoor twee willekeurige punten P1 (I1, F1) en P2 (I2,
F2) invoeren (waarbij F1 het toerental is waarmee bij stroom I1 moet
worden gewerkt en F2 het toerental waarmee bij stroom I2 moet worden
gewerkt ...), zo wordt een rechte lijn gedefinieerd en dus het gedrag:
F
max
F2
P1
F1
0
I 1
Afb. 29: Toerental-stroom-grafiek voor "Lineaire curve"
Teken een grafiek zoals de bovenstaande - met
waarden voor (I1, F1) en (I2, F2) – om de pomp naar
wens te kunnen instellen!
Het kleinste verwerkbare verschil tussen I1 en I2 is 4 mA
(ll I1-I2 ll ≥4 mA).
„Foutmelding" kan voor deze verwerkingstypen een fou‐
Bij het menupunt
tafhandeling worden geactiveerd.
„Onderste zijband"
Met dit verwerkingstype kan de doseerpomp via het stroomsignaal worden
aangestuurd, zoals in de onderstaande grafiek is aangegeven.
Via één stroomsignaal kunnen echter ook twee doseerpompen voor ver‐
schillende doseermedia worden aangestuurd (bijv. een zuurpomp en een
loogpomp, via het signaal van een pH-sensor). Hiervoor moeten de
pompen elektrisch in serie worden geschakeld.
„Foutmelding" kan voor deze verwerkingstypen een fou‐
Bij het menupunt
tafhandeling worden geactiveerd.
P2
I 2
20
I [mA]
B0088