Inhoudsopgave
Advertenties
3 Installatie
Raadpleeg
Afbeelding 14
meer informatie over aansluiting van een individuele detector
Afbeelding 13 Uitgangsaansluiting "VOORZICHTIG" op extern relais en voor knop voor bevestiging en alarmreset
op afstand
3.3
Initiële systeemcontrole na installatie
Het hele systeem moet na de initiële installatie worden gecontroleerd om correct functioneren te waarborgen in
overeenstemming met EN 60079-29-2 en geldende internationale, nationale regelgeving of regelgeving specifiek
voor de industrietak of het bedrijf.
1. Voer een initiële opstartprocedure uit (lees hoofdstuk
2. Voer een functietest uit van aangesloten detectors door nulgas en testgas toe te voeren met een equivalente
gasconcentratie (over het algemeen hoger dan de vooringestelde alarmniveaus).
3. Controleer of de gaswaarde in het display overeenkomt met een concentratie van het testgas. Detectors die
een uitgangssignaal buiten hun nauwkeurigheidsinterval geven, moeten opnieuw worden gekalibreerd of
worden vervangen.
4. Controleer de activering van de uitgangen en de leds VOORZICHTIG, WAARSCHUWING en ALARM en de
activering van het HOORN-relais apart voor elk alarmniveau tijdens de functietest.
5. Controleer de led STORING en relaisactivering in geval van detector/transmitter storingssimulatie.
6. Registreer testresultaten in het protocol volgens lokale regelgeving.
27
en
Afbeelding 15
voor identificatie van de aansluitklemmen van de detector. Lees voor
Model 9010/9020 SIL
hoofdstuk 12.5
.
4.1
).
NL
Advertenties
Inhoudsopgave
