Download Print deze pagina

Parkside PBK 4 B3 Bedienings- En Veiligheidsinstructies pagina 74

Advertenties

Beschikbare talen

Beschikbare talen

Voor aanvang van de werkzaamheden, na het vullen van de tank of na
een schok of val:
• Snijgereedschap op stevige bevestiging controleren; algemene visuele
controle op scheuren en schade.
• Beschadigd of stomp snijgereedschap direct vervangen, ook bij ge-
ringe haarscheurtjes.
• Snijgereedschap slijpen (ook indien nodig).
Wekelijkse controle:
• Smering van de aandrijving (ook indien nodig).
Indien nodig:
• Toegankelijke bevestigingsschroeven en moeren aanhalen.
U voorkomt overmatige slijtage en schade aan het apparaat, door de
voorschriften in deze gebruikshandleiding aan te houden.
14.2 Onderhoud van de motoraandrijfeenheid (1)
14.2.1 Bougie vervangen en reinigen (afb. 21)
Controleer minimaal eenmaal per jaar of bij regelmatig slecht starten, de
elektrodenafstand van de bougie (70).
De correcte afstand tussen de onstekingsvlag en het ontstekingscontact
is 0,7 mm.
• Wacht totdat de motor volledig is afgekoeld.
• Verwijder de bougiestekker (6) van de bougie (70).
• Draai de bougie (70) er met de meegeleverde bougiesleutel (39) uit.
• Bij overmatige slijtage aan de elektrode of bij een zeer sterke aanslag
moet de bougie (70) door een bougie van hetzelfde type worden
vervangen.
• Sterke aanslag op de bougie (70) kan veroorzaakt worden door: Te
hoog olieaandeel in het benzinemengsel, slechte oliekwaliteit, verou-
derd benzinemengsel of verstopt luchtfilter.
• Draai de bougie (70) met de hand volledig in het schroefdraad. Voor-
kom daarbij het kantelen van de bougie (70).
• Draai de bougie (70) met de meegeleverde bougiesleutel (39) vast.
• Bij gebruik van een momentsleutel bedraagt het aanhaalmoment 12-
15 Nm.
• Steek de bougiestekker (6) weer correct op de bougie (70).
14.2.2 Luchtfilter reinigen (afb. 22)
Vervuilde luchtfilters verminderen het motorvermogen door een te ge-
ringe luchttoevoer naar de carburateur. Stof en pollen verstoppen de
poriën van de schuimvulling (73). Regelmatige controle is daarom ab-
soluut noodzakelijk.
• Maak de borgschroef luchtfilter (72) los.
• Verwijder het deksel luchtfilter (71).
• Verwijderen de schuimvulling (73)
• Plaats het deksel luchtfilter (71) weer terug, zodat er niets in het lucht-
kanaal kan vallen.
• Reinig de schuimvulling (73) door uitkloppen of uitblazen met pers-
lucht.
• Plaats de schuimvulling (73) in de omgekeerde volgorde terug.
Let op:
Luchtfilter nooit met benzine of brandbare oplosmiddelen reinigen.
Om de levensduur van de motor niet te verkorten, moet een beschadigd
luchtfilter direct worden vervangen.
68
NL/BE
m Waarschuwing!
Laat de motor nooit draaien, als het luchtfilterelement niet is geplaatst.
14.2.3 Instellen van de carburateur
Als het stationair toerental te hoog of te laag is, moet de carburateur
worden ingesteld.
Laat de carburateur uitsluitend instellen door gekwalificeerd vakkundig
personeel!
14.3 Onderhoud motorzeis / gazontrimmer (12)
14.3.1 Vervangen van de spoel/het snijdraad (afb. 23-26)
• Demonteer de spoel (16) van de motorzeis / gazontrimmer (12).
• Trek de spoelafdekking (65) door krachtig te drukken op de bevesti-
gingsstrip (66) van de spoel (16) af (afb. 23).
• Verwijder de draadhouder (67) met de draadresten.
• Neem de nieuwe draadhouder en trek 10 cm van beide draden uit.
• Plaats de draadhouder (67) nu op de conisch toelopende veer en
geleid beide draden door de ogen (68) aan de spoel (16).
• Plaats de spoelafdekking (65) nu op de nieuwe spoel. Draai deze zo
dat de uitsparingen van de spoelafdekking (65) met de ogen (68) van
de spoel (16) overeenstemmen.
• Druk nu de spoelafdekking (65) samen met de draadhouder (67) tot
aan het vastklikken in de spoel (16).
• Door het snijmes (14a) in de beschermingsplaat (14) wordt de draad
in de juiste lengte afgesneden, als de machine weer start.
Als alternatief kan ook alleen de draad worden vervan-
gen:
• Demonteer de spoel (16) van de motorzeis / gazontrimmer (12).
• Trek de spoelafdekking (65) door krachtig te drukken op de bevesti-
gingsstrip (66) van de spoel (16) af (afb. 23).
• Verwijder de draadhouder (67) met de draadresten.
• Verwijder de draadresten van de draadhouder (67).
• Pak een nieuwe draad in het midden vast en hang deze in de bevesti-
gingsstrip (c) van de draadhouder (67) (afb. 25)
• Wikkel de nieuwe draad op de draadhouder (67), zoals in afb. 26
weergegeven. De draadeinden moeten nu ca. 10 cm uitsteken.
• Plaats de draadhouder (67) nu op de conisch toelopende veer en
geleid beide draden door de ogen (68) aan de spoel (16).
• Plaats nu de spoelafdekking (65) op de spoel (16). Draai deze zo dat
de uitsparingen van de spoelafdekking (65) met de ogen (68) van de
spoel (16) overeenstemmen.
• Druk nu de spoelafdekking (65) samen met de draadhouder (67) tot
aan het vastklikken in de spoel (16).
• Door het snijmes (14a) in de beschermingsplaat (14) wordt de draad
in de juiste lengte afgesneden, als de machine weer start.
14.3.2 Slijpen van het slijpmes (14a) (afb. 7)
Het snijmes (14a) kan na verloop van tijd stomp worden.
• Als u dit constateert, moet u de schroeven losdraaien waarmee het
snijmes (14a) op de beschermingsplaat (14) is bevestigd.
• Bevestig het snijmes (14a) in een bankschroef.
• Slijp de snijrand van het snijmes (14a) met een platte vijl en let erop
dat de hoek van de snijrand wordt aanhouden.
• Belangrijk! Monteer het snijmes (14a) weer in de beschermingsplaat
(14).
Vervang of slijp het snijmes (14a) aan het einde van elk maaiseizoen
resp. indien nodig.

Advertenties

loading