Download Print deze pagina

Parkside PBK 4 B3 Bedienings- En Veiligheidsinstructies pagina 61

Advertenties

Beschikbare talen

Beschikbare talen

57. Beschermstoppen motor-aandrijfeenheid
58. Beschermkap snij-inrichting
59. Beschermstoppen verlengingsbevestiging
60. Choke-hendel
61. brandstofpomp
62. Meskop
63. ontgrendelhendel
64. Afstelschroef
65. Spoelafdekking
66. Bevestigingsstrip
67. Draadhouder
68. Ogen
69. Schroef smeerpunt
70. Bougie
71. Deksel luchtfilter
72. Borgschroef luchtfilter
73. Schuimvulling luchtfilter
74. Onderhoudsschroef
75. smeernippel
a. karabijnhaak
b. Veiligheidslus
c. Bevestigingsstrip
4. Meegeleverd
• Motor-aandrijfeenheid (1)
• Voorste handgreep (10)
• Zeisbevestiging (PBK 4 B3-2)
Motorzeis / gazontrimmer (12)
• Beschermingsplaat motorzeis / gazontrimmer (14)
• Snijmes (15)
• Spoel (16)
• Heggenschaar-bevestiging (PBK 4 B3-3)
Heggenschaar (17)
• Bescherming heggenschaar (21)
• Verlengingsbevestiging (22)
• Boomzaag-bevestiging (PBK 4 B3-4)
Boomzaag (26)
• Zaagketting (31)
• Zaagblad (32)
• Bescherming boomzaag (34)
• Draagriem (35)
• Mengfles olie-benzine (36)
• Reservedraad (37)
• Gereedschapstas (38)
• Bougiesleutel (39)
• Inbussleutel gr. 4 (40)
• Inbussleutel gr. 5 (41)
• Bio-kettingolie
• trechter
5. Beoogd gebruik
De motorzeis (gebruik van het snijmes) is geschikt voor het snoeien van
lichte houtige gewassen, zwaar onkruid en kreupelhout.
De gazontrimmer (gebruik van de draadspoel met snijdraad) is geschikt
voor het maaien van gazons, grasvelden en licht onkruid.
De heggenschaar is geschikt voor het snijden van heggen, bosjes en struiken.
De boomzaag is bedoeld om bomen te snoeien. De zaag is niet geschikt
voor omvangrijke zaagwerkzaamheden, het kappen van bomen of het
zagen van andere materialen dan hout.
Het opvolgen van de gebruikshandleiding van de fabrikant is een voor-
waarde voor een correct gebruik van de machine. Elk ander gebruik, dat
in deze handleiding niet uitdrukkelijk toegelaten wordt, kan tot schade
aan het apparaat leiden en een ernstig gevaar voor de gebruiker vor-
men. Let met name ook op de beperkingen in de veiligheidsvoorschriften.
Let erop dat onze apparaten volgens het beoogd gebruik niet voor be-
drijfsmatige, ambachtelijke of industriële toepassingen zijn ontworpen.
Wij aanvaarden geen aansprakelijkheid wanneer het apparaat in be-
drijfsmatige, ambachtelijke of industriële ondernemingen of bij soortge-
lijke werkzaamheden wordt ingezet.
Let op!
Vanwege het risico op lichamelijk letsel bij de gebruiker, mag het benzine-com-
bi-apparaat niet worden gebruikt voor de volgende werkzaamheden: voor het
reinigen van looppaden en als hakselaar voor het verkleinen van boom- en
hegsnijafval. Verder mag het benzine-combi-apparaat niet worden gebruikt
voor het egaliseren van bodemoneffenheden, zoals bijv. molshopen. Om vei-
ligheidsredenen mag het benzine-combi-apparaat niet als aandrijfaggregaat
voor andere gereedschapssets van welk type dan ook worden gebruikt.
Het benzine-combi-apparaat mag uitsluitend voor het beoogde doel
worden gebruikt. Elk ander of verdergaand gebruik is niet volgens de
voorschriften. De gebruiker/bediener en niet de fabrikant is aansprake-
lijk voor ontstane schade of elke vorm van letsel.
Wie mogen het apparaat niet gebruiken?
Personen die niet bekend zijn met de gebruikshandleiding, kinderen,
jongeren onder de 16 jaar en personen die onder invloed van alcohol,
drugs of medicijnen, of moe of ziek zijn.
6. Veiligheidsvoorschriften
BELANGRIJK!
VOOR GEBRUIK ZORGVULDIG DOORLEZEN!
VOOR EIGEN GEBRUIK BEWAREN!
6.1 Algemeen
m Let op! Gevaar voor vergiftiging!
• Uitlaatgassen, brandstof en smeermiddelen zijn giftig. Uitlaatgassen
mogen niet worden ingeademd.
6.1.1 Brandstof
m Waarschuwing!
• Benzine is zeer ontvlambaar. Bewaar benzine alleen in daarvoor be-
doelde containers.
• Vul de tank uitsluitend bij in de buitenlucht en rook hierbij niet.
• Terwijl de motor loopt of bij een heet apparaat mag het tankdeksel
niet geopend worden of de benzine worden bijgevuld.
• Indien er benzine is overgelopen mag er in geen geval gepoogd wor-
den om de motor te starten. In plaats daarvan moet het apparaat uit
de buurt van met benzine vervuilde oppervlakken worden gehouden.
Elke ontstekingspoging moet worden vermeden totdat de benzine-
dampen zijn verdampt.
• Vanwege veiligheidsredenen moeten benzinetank en tankdeksel bij
beschadiging worden vervangen.
NL/BE
55

Advertenties

loading