Montage en inbedrijfstelling
5 Montage en inbedrijfstelling
SAMSON-ventielen worden in functionele
toestand geleverd. In afzonderlijke gevallen
worden de aandrijving en het ventiel afzon-
derlijk geleverd en moeten deze gemonteerd
worden. Hierna volgen de vereiste activitei-
ten voor de montage en inbedrijfstelling van
het ventiel.
KENNISGEVING
!
Beschadiging van het regelventiel door te
grote of te geringe aanhaalmomenten!
De componenten van het regelventiel moeten
met bepaalde aanhaalmomenten worden
aangespannen. Te sterk aangedraaide com-
ponenten zijn onderhevig aan overmatige
slijtage. Te licht aangedraaide componenten
kunnen lekkage veroorzaken.
Aandraaimomenten aanhouden, overeen-
komstig u AB 0100.
KENNISGEVING
!
Beschadiging van het regelventiel door on-
juiste gereedschappen!
Uitsluitend door SAMSON goedgekeurde
gereedschappen gebruiken, overeenkomstig
u AB 0100.
30
5.1 Ventiel en aandrijving
monteren
Indien aandrijving en ventiel nog niet door
SAMSON gemonteerd zijn, te werk gaan
zoals beschreven in de aandrijvingsdocu-
mentatie.
Uitvoeringen met V-poortplug
Iedere V-poortplug heeft drie V-poortsegmen-
ten. Afhankelijk van de ontwerpdiameter van
het ventiel zijn de grootte en symmetrische
plaatsing van de segmenten verschillend. Het
medium in het ventiel ontsnapt door de seg-
menten heen, zodra de plug uit de ventielzit-
ting geheven wordt (ventiel gaat open).
1. Vóór aanbouw van de aandrijving het
V-poortsegment identificeren dat als eer-
ste opengaat wanneer de plug uit de
klepzitting geheven wordt.
Tip
In de regel gaat het hierbij om het grootste
V-poortsegment.
2. Bij aanbouw van de aandrijving ervoor
zorgen dat het V-poortsegment dat als
eerste opengaat naar de ventieluitgang
wijst.
KENNISGEVING
!
Beschadiging van de behuizingswand door
verkeerd geleide mediumstraal!
Bij een verkeerde inbouw van de V-poort-
plug kan het medium niet onbelemmerd ont-
snappen. Hierdoor wordt het medium naar
de behuizingswand geleid, hetgeen tot ern-
stige beschadigingen kan leiden.
EB 8012 NL