3 Bedoeld gebruik
Dit hulpmiddel is bedoeld voor gebruik bij een korte ziekenhuisopname van de patiënt op de afdelingen voor spoedeisen-
de zorg en dagbehandeling, of soortgelijke afdelingen, waarbij vooral de volgende aspecten aan bod komen:
►
Transport van de patiënt binnenshuis op de stretcher. Voor gebruik in de buitenomgeving gelden specifieke
voorzorgsmaatregelen in de gebruiksaanwijzing.
►
Aanpassing van de posities die nodig zijn voor onderzoeken, behandelingen, fysiotherapie, slapen, ontspanning,
preventieve en mobilisatieredenen en routinematige verpleging. Deze posities worden nader gespecificeerd en beschreven in de
klinische evaluatie van dit hulpmiddel, samen met de mogelijke klinische resultaten en voordelen ervan.
►
Biedt een veilige omgeving voor de patiënt tijdens alle relevante procedures. De specifieke vereisten met betrekking tot
de veiligheid van de patiënt zijn het onderwerp van de klinische evaluatie, met inbegrip van de evaluatie van de risico/batenverhou-
ding. De relevante veiligheidskwesties maken deel uit van het risicobeheerdossier.
►
Bieden van de juiste werkomstandigheden voor de zorgverleners voor het uitvoeren van de routinematige en specifieke
taken tijdens de ziekenhuisopname van de patiënt.
3.1 Gebruikersgroepen
►
Volwassen patiënten (gewicht >= 40 kg, lengte >= 146 cm, BMI >= 17) op de afdelingen voor spoedeisende zorg en
dagbehandeling (toepassingsomgeving 1, 2 en 5 zoals gedefinieerd in IEC 60601-2-52)
►
Zorgverleners (verpleegkundigen, artsen, technisch personeel, transportpersoneel, schoonmaakpersoneel)
3.2 Contra-indicaties
►
Het medische hulpmiddel is niet bedoeld voor gebruik bij kinderen.
►
Het medische hulpmiddel is niet bedoeld voor patiënten met overgewicht (bariatrische patiënten).
►
Het medische hulpmiddel is niet bedoeld voor langdurige ziekenhuisopname vanwege de dimensies van het hulpmiddel
en het gebruikte matras.
►
Bepaalde posities zijn niet geschikt bij specifieke diagnoses/medische aandoeningen (bijv. ruggenmergletsel versus
Fowler-positie, patiënten met een verhoogde ICP (intracranial pressure, hersendruk) versus Trendelenburg). Deskundige
evaluatie van medewerkers en overwegingen van verpleegkundigen zijn noodzakelijk om alle afzonderlijke gevallen van
contra-indicaties te kunnen beoordelen.
3.3 Operator
►
Zorgverlener
►
Patiënt (op basis van de individuele patiëntstatusbeoordeling door de zorgverlener kan de patiënt specifieke functies van
het hulpmiddel gebruiken)
14
D9U001ES1-0207_02