9.
Controleer of er een ononderbroken straal water uit de indicatie‑opening van de waterpomp komt.
BELANGRIJK: Als er geen water uit de waterpomp‑indicatieopening komt, stopt u de motor en controleert u of
de koelwaterinlaatopeningen verstopt zijn. Geen verstopping kan betekenen dat de waterpomp defect is of het
koelsysteem verstopt is. Dit heeft oververhitting van de motor tot gevolg. Laat de buitenboordmotor door uw dealer
nakijken. Als de motor wordt gebruikt terwijl hij oververhit is, loopt de motor schade op.
Motor opwarmen
Alleen‑gas/stationselectieknop ‑ Hiermee kan de bootbestuurder het motortoerental opvoeren voor warmlopen,
zonder de motoren in versnelling te schakelen.
1.
Zet de bedieningshendels in de neutrale stand.
2.
Druk de alleen‑gasknop in en houd hem ingedrukt terwijl u de bedieningshendels vooruitzet naar de voorste
arreteerstand.
3.
Houd de knop ingedrukt totdat de hoorn tweemaal een signaal geeft en de neutraallampjes beginnen te
knipperen. De knipperende lampjes geven aan dat alleen‑gas is ingeschakeld.
4.
Zet de bedieningshendels naar voren om het motortoerental op te voeren. Het motortoerental is beperkt tot
3000 omw/min om schade aan de motor te voorkomen.
5.
Om uit versnelling te schakelen zet u de bedieningshendels terug naar de neutraalstand.
BEDIENING.
ACTIVE
THROTTLE
ONLY
STATION SELECT
ob00331
ACTIVE
THROTTLE
ONLY
STATION SELECT
46
SYNC
3424
SYNC
3425