2.
Open de ontluchtingsplug van de brandstoftank (in de vuldop) op brandstoftanks met handbediende
ontluchting.
3.
Knijp enkele keren in de pompbal totdat deze hard aanvoelt.
NB: De motor start alleen als de noodstopschakelaar in de RUN‑stand (LOPEN) staat.
4.
Zet de noodstopschakelaar op RUN (LOPEN) . Zie Algemene informatie ‑ Noodstopschakelaar.
5.
Schakel de buitenboordmotor in de stand neutraal (N).
6.
Vul het brandstofsysteem als volgt als een nieuwe motor voor de eerste maal wordt gestart, als een motor
zonder brandstof heeft gelopen of de brandstof is afgetapt:
BEDIENING.
ob00350
N
F
42
ob00668
ob00348
ob00349
R
3417