1.
Zet de bedieningshendel in de neutrale stand.
2.
Druk de alleen‑gasknop in en houd hem ingedrukt terwijl u de bedieningshendel vooruitzet naar de voorste
arreteerstand.
3.
Houd de knop ingedrukt totdat de hoorn tweemaal een signaal geeft en het neutraallampje begint te
knipperen. Het knipperende lampje geeft aan dat alleen‑gas is ingeschakeld.
4.
Zet de bedieningshendel naar voren om het motortoerental op te voeren. Het motortoerental is beperkt tot
3000 omw/min om schade aan de motor te voorkomen.
5.
Om uit versnelling te schakelen zet u de bedieningshendel terug naar de neutraalstand.
OP CONSOLE GEMONTEERD - STARTPROCEDURE DUBBELE MOTOR/
DUBBEL DASHBOARD
Voordat u de motor start, moet u de Controlelijst vóór het starten, de Speciale bedieningsinstructies en Procedure
voor het inlopen van de motor in het gedeelte Bediening lezen.
Start of gebruik de buitenboordmotor nooit (zelfs niet voor eventjes) zonder dat er water door alle
koelwaterinlaatopeningen in het onderwaterhuis circuleert; dit om schade aan de waterpomp (droog lopen) of
oververhitting van de motor te voorkomen.
1.
Laat de buitenboordmotor zakken tot de verticale bedrijfsstand. Controleer eerst of alle
koelwaterinlaatopeningen onder water zijn.
2.
Open de ontluchtingsplug van de brandstoftank (in de vuldop) op brandstoftanks met handbediende
ontluchting.
BEDIENING.
ACTIVE
THROTTLE
STATION SELECT
OPGELET
!
ob00668
ob00348
44
ONLY
3419