AUTOMATISCHE PORTIERVERGRENDELING TIJDENS HET RIJDEN
1
De werking van het systeem
Na het starten van de auto vergrendelt het
systeem automatisch alle portieren en klep-
pen zodra de auto een snelheid van onge-
veer 7 km/u bereikt.
De portieren ontgrendelen automatisch:
– als u op de schakelaar 1 voor het ont-
grendelen van de portieren drukt;
– bij stilstaande auto door het openen van
een voorportier.
Opmerking: na het openen of sluiten van
een portier wordt dit automatisch weer ver-
grendeld zodra de auto ongeveer 7 km/u
rijdt.
Inschakelen/Uitschakelen van
de functie
Druk bij draaiende motor ongeveer 5 se-
conden op de knop 1 tot u een geluidssig-
naal hoort.
Storingen
Als u een storing constateert (geen automa-
tische vergrendeling, het waarschuwings-
lampje in knop 1 licht niet op bij het vergren-
delen van de portieren en kleppen enz.),
controleer dan eerst of alle kleppen en por-
tieren goed gesloten zijn. Als deze goed ge-
sloten zijn, moet u een merkdealer raadple-
gen.
Verantwoordelijkheid van de
bestuurder
Bedenk dat het rijden met ver-
grendelde portieren een be-
lemmering kan zijn voor hulpverleners in
geval van nood.
1.31