Download Print deze pagina

Advertenties

STORINGEN

(1/5)
Onderstaande aanwijzingen helpen u eventuele storingen snel, maar voorlopig, te verhelpen. Laat de auto echter wel zo spoedig mo-
gelijk door een merkdealer nakijken.
TIJDENS HET OPLADEN
De tractiebatterij kan niet worden opgela-
den.
Het waarschuwingslampje van de oplaad-
klep knippert rood.
De tractiebatterij kan niet worden opgela-
den.
Het waarschuwingslampje van de oplaad-
klep knippert rood.
De programmatie van de airconditioning
werkt niet.
5.28
MOGELIJKE OORZAKEN
De buitentemperatuur is minder dan
-26 °C.
Er zit geen stroom op de wandcontact-
doos of de kabel is niet goed aangeslo-
ten.
Het snoer is beschadigd.
Het laadsnoer is niet correct op de auto
aangesloten.
Er is niet aan een van de gebruiks-
voorwaarden voldaan (de tractiebatterij
wordt niet opgeladen ...).
WAT TE DOEN
Laad uw auto weer op een gematigde plek op.
Indien nodig ➥ 5.24.
Laat uw installatie controleren (hoofdschakelaar,
programmeerapparaat...).
Controleer de aansluitingen (laadcontact, enz.).
➥ 1.8.
Raadpleeg een merkdealer om het te vervangen.
Sluit de laadkabel goed aan op de auto. ➥ 1.8.

Advertenties

loading