Download Print deze pagina

Advertenties

TIPS VOOR HET RIJDEN, ZUINIG RIJDEN

Trajectbalans

Nadat de motor is uitgezet, ziet u de
"Trajectbalans" op het scherm 1, met infor-
matie over uw laatste traject.
Het geeft aan:
– het gemiddeld verbruik;
– het aantal afgelegde kilometers;
– het aantal gewonnen kilometers.
Een algemene melding van 0 tot 100 geeft
u de mogelijkheid om uw prestaties als zui-
nige bestuurder in te schatten. Hoe hoger de
melding, hoe beter uw prestaties als zuinige
bestuurder.
1
De tips voor zuinig rijden worden u gegeven
om uw prestaties te verbeteren.
Het opslaan van uw voorkeurstrajecten
geeft u de mogelijkheid om uw prestaties te
vergelijken.
Voor meer informatie raadpleegt u het in-
structieboekje van het multimediasysteem.
Werkstand ECO
De ECO-functie optimaliseert de actieradius
van het voertuig door de motorprestaties
te beperken. Deze regelt sommige verbrui-
kende systemen in het voertuig (stuurbe-
krachtiging enz.) en sommige rijhandelingen
(acceleratie, snelheidsregelaar, afremmen,
enz.).
(2/4)
2
Activeren van de functie
Gebruik schakelaar 2.
Het controlelampje
verschijnt op het
instrumentenpaneel om de inschakeling te
bevestigen.
Tijdens het rijden kan de ECO-modus tijde-
lijk worden verlaten om de motor weer op
volle kracht te laten werken.
Druk daartoe het gaspedaal diep in.
De ECO-modus wordt weer ingeschakeld
zodra u de druk op het gaspedaal vermin-
dert.
2.9

Advertenties

loading