ELEKTRISCHE AUTO:
A
Laadsnoer A
Deze kabel is specifiek voor uw auto en be-
stemd voor de verbinding met wandcontact-
dozen of publieke oplaadpunten voor stan-
daardopladen van de tractieaccu.
Gebruik bij voorkeur een laadsnoer
waarmee de tractiebatterij standaard
kan worden opgeladen.
Elke oplaadkabel wordt opgeborgen in
de bagageruimte van de auto.
1.10
opladen (3/12)
Laadsnoer B
Met dit laadsnoer kan de tractiebatterij:
– bij normaal gebruik, op een stopcontact
dat alleen voor het voertuig wordt ge-
bruikt (opladen met 14 A/16 A);
– zo nu en dan opladen via een gewoon
stopcontact (opladen met 8 A), bijvoor-
beeld wanneer u onderweg bent.
De gebruikte stopcontacten moeten in elk
geval overeenkomstig de instructies in het
instructieboekje van het laadsnoer zijn ge-
ïnstalleerdB.
B
C
Raadpleeg voor de werking altijd aandach-
tig het instructieboekje van het laadsnoerB.
Zorg dat de contactdoos nooit aan het
snoer hangt. Gebruik de ruimtes C om
deze te bevestigen.
Indien tijdens het laden een storing op-
treedt (het rode waarschuwingslampje
van het stopcontact D gaat branden),
stop dan onmiddellijk met opladen.
Raadpleeg het instructieboekje van het
snoer.
B
D