Gebruik op het veld
6.5
Werkvolgorde tijdens het zaaien
46
AMATRON
1.
2. Gewenste opdracht in het hoofdmenu opzoeken en de
instellingen controleren.
3.
Opdracht starten
4.
werkmenu kiezen.
5. markeur instellen voor de eerste rondgang op het veld.
6. rijpadenteller instellen voor de eerste rondgang op het veld.
Machines met elektrische maximale dosering:
Zodra het stapwiel in de werkstand wordt neergelaten, start de
automatische voordosering die zorgt voor voldoende dosering
tijdens de eerste meters.
Voordosering voortijdig beëindigen.
7. Met zaaien beginnen.
Tijdens zaaien springt de AMATRON
Van hier uit kunnen alle relevante functies voor zaaien worden
bediend.
8. De ontvangen gegevens wordt in de opdracht opgeslagen, die
op dat moment is geactiveerd.
Na het zaaien:
1. Opdrachtgegevens controleren (indien gewenst).
2. Breng de machine in transportstand.
3.
AMATRON
+
inschakelen.
+
op het werkmenu.
+
uitschakelen.
Amatron+ BAG0072.0 11.08