In bedrijf stellen
5.3.3
Wielsensor kalibreren (Machinegegevens
Voor de invoer van Imp/100m zijn er 2
mogelijkheden:
De waarde is bekend (Afb. 23) en
wordt handmatig in de AMATRON
ingevoerd l.
De waarde is onbekend en wordt het
afrijden van een meettraject van 100 m
berekend.
22
Voor het instellen van de afgifte en de berekening van de bewerkte
oppervlakte of voor berekening van de rijsnelheid is het aantal
impulsen nodig die door het aangedreven wiel van de zaaimachine
worden afgegeven op een meettraject van 100 m.
De waarde Imp./100m is het aantal impulsen, die de AMATRON
ontvangt van het aandrijfwiel van de zaaimachine tijdens het afrijden
van het meettraject.
Door slip van het aandrijfwiel tijdens het zaaien op een andere soort
grond (bijv. van zware klei naar lichte grond) kan het aantal
ontvangen impulsen veranderen, waardoor zich ook de waarde
Imp./100m verandert.
De waarde Imp./100m moet worden vastgesteld:
voor het in bedrijfstellen
op wisselende grondsoorten (wielslip)
bij afwijking tussen de bij de afdraaiproef berekende afgifte en
de werkelijk gezaaide hoeveelheid op het veld
bij afwijking tussen de aangegeven en de werkelijk gezaaide
oppervlakte.
De berekende waarde Imp./100m kan voor handmatige invoer in de
tabel (Afb. 23) worden genoteerd, wanneer op een later tijdstip op
hetzelfde perceel moet worden gezaaid.
Het kalibratiegetal "Imp./100m" mag niet kleiner zijn dan 250, anders
werkt de AMATRON
+
Afb. 21
)
+
niet naar behoren.
Amatron+ BAG0072.0 11.08
+