In bedrijf stellen
5.5.1
Machines met afstandbediende verstelling van de zaaihoeveelheid afdraaien
1. De zaadtank met voldoende zaad vullen.
2. De opvangemmers, zoals beschreven in de
bedieningshandleiding van de zaaimachine,
onder de doseerunit(s) zetten en de
injectiesluizen open zetten.
3.
Gewenste afgifte
controleren/invoeren.
Deze waarde kan ook in het
opdrachtmenu (siehe Seite 26).
4. Instelhendel van de aandrijfkast met
toetsen
of
Stand aandrijfkast 50:
zaaien met normale zaairaderen
Stand aandrijfkast 15:
zaaien met zaairaderen voor fijn zaad
De stand van de aandrijfkast, die op
de AMATRON
aangegeven, moet hetzelfde zijn als
de instelling op de schaalverdeling
van de aandrijfkast.
Zo niet, dan moet de instelling van de
aandrijfkast volgens Kap. Fehler!
Verweisquelle konnte nicht gefun-
den werden. opnieuw worden
ingesteld (blz. Fehler! Textmarke
nicht definiert.)!
5. Het kijkglas van de doseerrollen sluiten.
6. Het stapwiel met de afdraaislinger links of
rechtsom, zoals in de
bedieningshandleiding staat beschreven,
zolang in rijrichting ronddraaien, tot alle
cellen van de doseerwielen met zaad zijn
gevuld en het zaad gelijkmatig in de
opvangemmer(s) stroomt.
(bedieningshandleiding staat beschreven.)
7. Opvangemmers leegmaken.
28
instellen op
+
wordt
Afb. 28
Amatron+ BAG0072.0 11.08