Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Yamaha AW1600 Gebruikershandleiding pagina 90

Inhoudsopgave

Advertenties

Een stemtrack corrigeren (Pitch Fix)
3
Verplaats de cursor naar de PITCH FIX-
knop en druk op de [ENTER]-toets.
Er verschijnt een popupvenster waarin u de brontrack
voor bewerking kunt kiezen.
4
Geef de brontrack voor bewerking op in het
TRACK-veld, verplaats de cursor naar de
OK-knop en druk op de [ENTER]-toets.
Er verschijnt een popupvenster waarin u de
bestemmingstrack voor de opname en de virtuele track
kunt kiezen.
OPMERKING
• De bron en de bestemming moeten verschillende
tracks zijn.
9
5
Geef de bestemmingstrack voor de opname
op in het TRACK-veld en geef de virtuele
track op in het V.TR-veld. Verplaats
vervolgens de cursor naar de OK-knop en
druk op de [ENTER]-toets.
Hiermee wordt de PITCH FIX-weergave geselecteerd.
H
G C
1 D 2
I
J
OPMERKING
Wanneer de PITCH FIX-modus wordt ingeschakeld,
gebeurt het volgende:
• Met de toetsen op het paneel kan geen andere
weergave worden gekozen.
• Toewijzingen aan opnametracks worden genegeerd.
• Er zijn geen andere interne effecten dan Pitch Fix
beschikbaar.
• De tempomap (scenenummers) wordt tijdelijk
genegeerd.
• Berichten over het MIDI-programma en wijziging van de
besturing worden niet ontvangen.
1 EXIT-knop
Verplaats de cursor naar de EXIT-knop en druk op de
[ENTER]-toets om de PITCH FIX-modus te verlaten
en terug te gaan naar de BOUNCE-pagina.
90
AW1600 Gebruikershandleiding
F
E
K
B BYPASS-knop
Als u de stemtrack wilt afluisteren voordat u de
toonhoogte corrigeert, verplaatst u de cursor naar deze
knop en drukt u op de [ENTER]-toets.
C From TR
Geeft de track aan die bewerkt zal worden (de
brontrack). Dit veld is alleen voor weergave en kan
niet worden bewerkt.
D To TR/V.TR
Geeft de track en de virtuele track aan waarop de
bewerkte brontrack wordt opgenomen (de
bestemmingstrack). Dit veld is alleen voor weergave
en kan niet worden bewerkt.
E CTRL
Selecteert de methode voor toonhoogtecorrecties/-
verschuivingen uit de drie onderstaande methoden.
• SCALE......Geef de toonladder op met ontvangen
MIDI-noten om de toonhoogte aan te
passen. Als u bijvoorbeeld een akkoord
op een aangesloten MIDI-keyboard
speelt, wordt de toonhoogte verschoven
met de noten in het akkoord.
• NOTE ........De toonhoogte wordt gewijzigd volgens
de ontvangen MIDI-noot.
• PANEL ......Hiermee kunt u de toonhoogte
aanpassen door een toonladder op te
geven met het keyboard op de display.
F TYPE
Stel dit in op de gewenste waarde voor een zo
nauwkeurig mogelijke wijziging in de toonhoogte ten
opzichte van het oorspronkelijke signaal. In het
algemeen kan dit worden ingesteld op Normal, maar
voor lage stemmen is de instelling Male en voor hoge
stemmen de instelling Female gewenst.
G DETECT
Dit bepaalt de tijd voor de verandering van
toonhoogte. Naarmate de ingestelde tijd korter is,
wordt de toonhoogte sneller herkend. Als de ingestelde
tijd langer is, wordt de toonhoogte langzamer
gewijzigd, waardoor de veranderingen duidelijker en
abrupter worden.
H RATE
Dit bepaalt de snelheid van de verandering in
toonhoogte. Naarmate de snelheid hoger is, wordt de
toonhoogte sneller gewijzigd, zodat de
wijzigingsfunctie effectiever werkt. Met de instelling
"000" wordt de toonhoogte niet gewijzigd.
I FORMANT
Dit bepaalt de vocale kwaliteit (het karakter) van het
signaal met aangepaste toonhoogte. Positieve (+)
waarden resulteren in een hogere stemkwaliteit en
negatieve (–) waarden resulteren in een lagere
stemkwaliteit.
J PITCH
Dit bepaalt de instelling voor de octaaf van het signaal
met aangepaste toonhoogte. Het bereik omvat –2 tot
2 octaven in stappen van een halve toon. De eenheden
en decimalen van de waarde worden afzonderlijk
ingesteld.
K Keyboard
Met het grafische keyboard kunt u noten opgeven
wanneer de CTRL-parameter is ingesteld op PANEL.
Als u een noot wilt aan- of uitzetten, verplaatst u de
cursor naar de gewenste noot en drukt u op de
[ENTER]-toets.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave