Samenvoegprocedure voor opname
U kunt als volgt de samenvoeg-opnameprocedure (ping-pong) uitvoeren, waarbij u meerdere
tracks kunt samenvoegen naar één of twee tracks.
TIP
• Als u een effect wilt toevoegen aan een bepaalde track, moet u het gewenste effect
vooraf invoegen in het betreffende trackkanaal ( ¡ p. 99).
1
Verlaag de [STEREO]-fader naar de –
positie
2
Druk in de Quick Navigate-sectie
herhaaldelijk op de [RECORD]-toets of
houd de [RECORD]-toets ingedrukt en
gebruik de CURSOR-toetsen [ ]/[ ] om
naar de BOUNCE-pagina van het RECORD-
scherm te gaan.
In de BOUNCE-pagina kunt u de
samenvoegbrontracks selecteren en ze opnemen via de
L/R-bus op één of twee samenvoegbestemmingstracks.
F
5
1
9
4
3
1 TRACK (bovenste regel)
Selecteert de samenvoegbrontracks.
B Bus L/R
De twee horizontale lijnen geven de L/R-
bussignaalroute aan. Dit laat u de aan/uit-status van de
signalen zien die van de samenvoegbrontracks worden
gestuurd en de geselecteerde
samenvoegbestemmingstrack(s).
C TRACK (onderste regel)
Hier kunt u de samenvoegbestemmingstrack(s)
selecteren.
D SAFE-knop
Als u de cursor naar deze knop verplaatst en op de
[ENTER]-toets drukt, zullen alle samenvoegbron- en
samenvoegbestemmingstoewijzingen worden
geannuleerd.
E BUS-knop
Als u de cursor naar deze knop verplaatst en op de
[ENTER]-toets drukt zal de rechterhelft van het
scherm een fader laten zien voor het aanpassen van het
uitgangsniveau van de L/R-bus en een specifieke
niveaumeter voor de L/R-bus.
F PITCH FIX-knop
Plaats de cursor op deze knop en druk op de
[ENTER]-toets om de PITCH FIX-modus in te
schakelen. Gebruik PITCH FIX om de toonhoogte en
andere eigenschappen van een stemtrack te corrigeren
(¡ p. 89).
88
AW1600 Gebruikershandleiding
Samenvoegprocedure voor opname
∞
-
2
3
Selecteer in het bovenste
TRACK-gebied een brontrack
voor samenvoeging,
verplaats de cursor naar het -
symbool
voor die track en
druk op de [ENTER]-toets.
Elke keer als u op de [ENTER]-
toets drukt zal het scherm als volgt
veranderen.
TIP
• Als een trackkanaal is
geselecteerd als
samenvoegbron, zal zijn
toewijzing aan de L/R-bus
automatisch worden uitgezet.
OPMERKING
• De tracknummers van gedempte
tracks worden aangeduid met "M"
(mute), maar u kunt niettemin opnemen
op gedempte tracks.
• Aangezien 24-bits songs maximaal 8 afspeeltracks
kunnen bevatten ( ¡ p. 143), worden de tracks 9 – 16
gedempt en niet afgespeeld.
4
Selecteer andere samenvoegbrontracks op
dezelfde manier.
5
Gebruik de [TRACK SEL]-toetsen om een
samenvoegbestemmingstrack te selecteren.
De [TRACK SEL]-toets zal rood knipperen om aan te
geven dat de corresponderende track als
samenvoegbestemming is geselecteerd. Er zal een lijn
in het scherm verschijnen om de verbinding met die
track aan te geven. (Om uw selectie te annuleren drukt
u nogmaals op dezelfde toets.)
U kunt tot twee samenvoegbestemmingstracks
selecteren. Als u track 1, 3, 5 of 7 selecteert zal bus L
worden verbonden. Als u track 2, 4, 6 of 8 selecteert
zal bus R worden verbonden. Als u track 9/10–15/16
selecteert, zal bus L worden aangesloten op de oneven
genummerde tracks en bus R op de even genummerde
tracks.
TIP
• Als u de cursor naar de SAFE-knop verplaatst en op de
[ENTER]-toets drukt zullen alle verbindingen worden
geannuleerd.
• EQ- en dynamiekinstellingen zullen "neutraal" worden
voor de trackkanalen van de tracks die u als
opnamebestemming selecteert.