Recordersectie
I Tracks
Een locatie waar data zijn opgenomen, wordt een "track"
genoemd. De recordersectie van de AW1600 gebruikt de
volgende typen tracks.
G Audiotracks
De fysieke tracks die worden gebruikt om audiodata op te
nemen en af te spelen, worden "audiotracks" of gewoon
"tracks" genoemd. De AW1600 heeft zestien audiotracks.
U kunt acht tracks tegelijkertijd opnemen en 16 tracks
tegelijkertijd afspelen (16-bits songs).
G Stereotrack
Onafhankelijk van de audiotracks 1–16 beschikt de
AW1600 over een "stereotrack" waarop een stereo-
audiosignaal wordt opgenomen en afgespeeld.
De stereotrack wordt hoofdzakelijk gebruikt als een
speciale afmixtrack voor het opnemen van de eindmix.
G Virtuele tracks
Elk van de audiotracks 1–16 en de stereotrack bestaat uit
acht tracks. Elk van deze acht tracks wordt een "virtuele
track" genoemd. Voor de audiotracks en de stereotrack kan
slechts één virtuele track per keer worden opgenomen of
afgespeeld. U kunt echter van virtuele track wisselen om
zo door te gaan met het opnemen van een nieuwe take,
terwijl de vorige opname bewaard wordt.
Het diagram hieronder laat het concept van virtuele tracks
zien. De horizontale rijen geven de audiotracks 1–16 aan
en de verticale kolommen komen overeen met de virtuele
tracks 1–8. De getinte vlakken geven de virtuele tracks
aan die momenteel zijn geselecteerd voor opnemen of
afspelen.
Audiotracks
1
2
3
4
5
6
7
1
2
3
4
5
6
7
8
Stereotrack
1
2
3
4
5
6
7
8
AW1600 terminologie
8
9 10 11 12 13 14 15 16
I Gepaarde tracks
Bij de audiotracks 9/10–15/16 worden de naast elkaar
gelegen trackparen met de mixer als één enkele track
bediend. Deze tracks worden "gepaarde tracks" genoemd.
Een gepaarde track kan worden gebruikt om een
stereobron, een dubbel gitaarspel, enzovoort op te nemen.
I Locatiepunten/-markeringen
Locaties binnen een song die u in volgorde heeft
aangegeven voor gebruik van een functie zoals auto punch
in/out of A-B herhaaldelijk afspelen, worden
"locatiepunten" genoemd. Locatiepunten zijn de in/out-
punten en de A/B-punten, en u kunt de toetsen van de
Locate-sectie gebruiken om direct naar deze punten
te gaan.
U kunt onafhankelijk van de locatiepunten "markeringen"
toewijzen aan gewenste locaties binnen een song, zodat u
deze locaties snel kunt terugvinden. Met de AW1600 kunt
u maximaal 99 markeringen (1–99) instellen. Met de
toetsen van de Locate-sectie kunt u direct naar de vorige
of volgende markering gaan.
Mixersectie
I Kanalen
Een signaalroute die één enkel signaal in de mixer
verwerkt en naar verscheidene secties stuurt, wordt een
kanaal genoemd. De mixersectie van de AW1600 biedt u
de volgende kanalen gebruiken.
G Ingangskanalen 1–8
Hier worden EQ en dynamiekbewerking toegepast op de
signalen die binnenkomen via de aansluitingen MIC/LINE
INPUT 1–8 en worden doorgestuurd naar de
recordertracks of naar de STEREO OUT-aansluitingen.
G Trackkanalen 1–16
Deze kanalen passen EQ en dynamiekbewerking toe op de
audio-afspeelsignalen van de audiotracks 1–16 van de
recorder, en sturen de signalen naar de stereotrack en de
STEREO OUT-aansluitingen. U kunt ook een "ping-
pongopname" (bounce recording) uitvoeren door deze
kanalen naar verschillende tracks te sturen.
G Returnkanalen 1/2
Deze kanalen sturen de returnsignalen van de interne
effecten naar de stereotrack en de STEREO OUT-
aansluitingen.
G Padkanalen 1–4
Deze kanalen passen EQ en dynamiekbewerking toe op
het afspelen van de Quick Loop Samplerpads 1–4 en
sturen de signalen naar de stereotrack en de STEREO
OUT-aansluitingen.
G Stereo-uitgangskanaal
Hier worden EQ en dynamiekbewerking toegepast op het
signaal van de stereobus (die de signalen van de
verscheidene kanalen combineert) en wordt het signaal
naar de stereotrack of naar de STEREO OUT-
aansluitingen gestuurd. Hetzelfde signaal wordt ook
uitgestuurd via de MONITOR OUT-aansluitingen en de
PHONES-aansluiting.
AW1600 Gebruikershandleiding
AW1600 terminologie
2
15