Onderdelen van de AW1600 en wat ze doen
F USB-aansluiting
Met deze aansluiting kan de eenheid rechtstreeks worden
aangesloten op een computer met een USB-aansluiting via
een standaard-USB-kabel (compatibel met USB 2.0). Als
de USB Storage-modus (USB-opslag) is geselecteerd,
2
kunnen er WAV- en songbestanden worden overgedragen
tussen de AW1600 en de computer. In de "normale"
modus kan de USB-verbinding worden gebruikt voor
MIDI-besturing. De USB-interface verwerkt geen
rechtstreekse audiosignalen.
OPMERKING
• De USB-interface kan niet rechtstreeks worden aangesloten op
externe harddisks of CD-R/RW-drives.
• De AW1600 kan worden aangesloten op een USB 2.0- of USB
1.1-interface, maar de gegevensoverdracht verloopt langzamer
met een USB 1.1-interface.
• Zorg dat u voor de USB 2.0-interface een speciale USB 2.0-kabel
gebruikt.
• Het USB MIDI-stuurprogramma dat op de bijgeleverde CD-ROM
staat, moet correct worden geïnstalleerd om verzending en
ontvangst van MIDI-berichten mogelijk te maken.
• Zorg dat de AW1600 bij aansluiting van USB-kabels direct wordt
aangesloten op een computer zonder USB-hub.
Let op bij gebruik van de USB-aansluiting
Neem het volgende in acht wanneer u de AW1600
via de USB-aansluiting met uw computer verbindt.
Als u deze instructies niet in acht neemt, kan de
computer of de AW1600 onverwacht stoppen
("vastlopen") waardoor gegevens kunnen worden
beschadigd of verloren kunnen gaan. Als de
computer of de AW1600 vastloopt, zet u de
spanning uit en vervolgens weer aan en start u de
computer opnieuw op.
• Voordat u de computer via de USB-aansluiting
verbindt, schakelt u de modus voor energiebeheer
(suspend/sleep/standby/hibernate) van de
computer uit.
• Sluit de USB-stekker aan op de computer voordat
u de AW1600 aanzet.
• Doe het volgende voordat u de spanning van de
AW1600 aan- of uitzet, de USB-kabel aansluit/
lostrekt of de USB Storage-modus (USB Opslag)
in- of uitschakelt.
• Sluit alle toepassingsprogramma's.
• Als de USB Storage-modus uitstaat, controleert u of
er geen gegevens worden uitgestuurd door de
AW1600.
• Als de USB Storage-modus is geactiveerd,
controleert u of er geen lees- of schrijfbewerking
plaatsvindt.
• Als de USB Storage-modus is geactiveerd, kunt u na
het sluiten van alle AW1600-vensters veilig de
AW1600 uit de Windows-werkbalk verwijderen of de
AW1600-pictogrammen naar de prullenbak slepen.
• Wacht ten minste zes seconden tussen het aan-
en uitzetten van de AW1600 of tussen het
lostrekken en aansluiten van de USB-kabel.
22
AW1600 Gebruikershandleiding
G DIGITAL STEREO IN/OUT-aansluitingen
Deze aansluitingen dienen voor directe overdracht van
digitale audio tussen de AW1600 en DAT-recorders,
MD-recorders (MiniDisc), cd-recorders en andere digitale
consumentenelektronica voor audio. Deze aansluitingen
voldoen aan de IEC-60958-standaard.
H FOOT SW-aansluiting
Een apart verkochte voetschakelaar (Yamaha FC5) kan
hier worden aangesloten om transporthandelingen zoals
start/stop te regelen of om de punch in/out uit te voeren.
OPMERKING
• De betreffende handeling kan misschien niet worden uitgevoerd
als er een andere voetschakelaar dan de Yamaha FC5 (of
equivalent) wordt gebruikt.
• Deze aansluiting werkt niet als de MTC-modus is ingesteld op
"SLAVE" of wanneer de REW-toets [
[JOG ON]-toets wordt gebruikt.
• Wanneer een opnametrack is toegewezen in het RECORD-
scherm, worden de functies in de volgende volgorde geschakeld:
] → Punch In → Punch Out → STOP [ I ]. Wanneer
PLAY [
echter Auto Punch-in/out is ingeschakeld, wordt de volgorde:
Punch In → STOP [ I ].
I MIDI IN-aansluiting
J MIDI OUT/THRU-aansluiting
Deze aansluitingen maken het mogelijk dat er MIDI-
boodschappen worden uitgewisseld met externe apparaten.
MIDI IN ontvangt MIDI-boodschappen.
MIDI OUT/THRU kan intern worden ingesteld op
werking als een MIDI OUT-aansluiting (voor verzending
van MIDI-boodschappen die door de AW1600 worden
gegenereerd) of als een MIDI THRU-aansluiting (voor
verzending van de boodschappen die via de aansluiting
MIDI IN zijn ontvangen).
K PHANTOM +48V-schakelaars CH1–4 en CH5–8
Er zijn onafhankelijke schakelaars voor fantoomvoeding
voorzien voor de XLR-type MIC/LINE INPUT-
aansluitgroepen 1 tot en met 4 (CH1–4) en 5 tot en met 8
(CH5–8). Stel fantoomvoeding voor de betreffende
aansluitingen in op ON wanneer een of meer
condensatormicrofoons met fantoomvoeding worden
gebruikt.
LET OP
• Zorg dat de fantoomvoedingsschakelaars worden
uitgeschakeld wanneer geen fantoomvoeding vereist is.
• Zorg dat geen andere apparatuur dan microfoons met
fantoomvoeding is aangesloten op de XLR-ingangen van de
ingangsgroep waarvoor de fantoomvoeding wordt
ingeschakeld. Wanneer fantoomvoeding wordt ingeschakeld
voor apparatuur zonder fantoomvoeding, kan er schade
ontstaan. Gebalanceerde dynamische microfoons kunnen
doorgaans echter worden aangesloten zonder negatieve
gevolgen.
• Als u schade aan luidsprekers wilt voorkomen, schakelt u
versterkers (of luidsprekers met eigen voeding) uit wanneer u
de fantoomvoeding in- of uitschakelt. Het is ook een goede
gewoonte om alle master-faders en regelaars voor het
uitgangsvolume dan op het minimum in te stellen. De
bijgeluiden die worden gegenereerd wanneer de
fantoomspanning wordt in- of uitgeschakeld, kunnen
systeemonderdelen beschadigen en zelfs gehoorschade
veroorzaken als deze voldoende worden versterkt.
L Massaschroef
Voor maximale veiligheid moet de massaschroef correct
verbonden te zijn met een goed massapunt. De juiste
aarding zorgt eveneens voor een minimum aan brom,
bijgeluiden en interferentie.
], FF-toets [
] of