Multi-turn aandrijving SA 07.1 – 16.1/SAR 07.1 – SAR 16.1 Intrusive
met besturingseenheid AUMATIC AC 01.1
9.6.
Proefdraaien
9.6.1 Draairichting controleren
AANWIJZING
42
Pas als alle voorheen beschreven inbedrijfname-instellingen uit het hoofdstuk
inbedrijfname zijn uitgevoerd, mag met proefdraaien worden begonnen.
Beschadigingen van de afsluiter door een verkeerde draairichting!
Ò Bij verkeerde draairichting direct uitschakelen (STOP indrukken).
Ò Fasenvolgorde corrigeren.
Ò Proefdraaien herhalen.
1. Aandrijving handmatig naar de middenpositie, resp. in voldoende afstand
naar de eindstand verplaatsen.
2. Keuzeschakelaar in de stand locale bediening (LOCAL) plaatsen.
0
3. Druktoets CLOSE bedienen en draairichting observeren.
4. Voor het bereiken van de eindstand afschakelen.
Bij aandrijvingen met wijzerdeksel mechanische standaanwijzing
Ò Draairichting aan de hand van het wijzerdeksel mechanische
standaanwijzing observeren.
De draairichting is in orde, als de aandrijving in de richting CLOSED
verplaatst en het wijzerdeksel tegen de wijzers van de klok indraait.
Bedieningsinstructies