2 CP 50™- en CP 50 Plus™ Rust-elektrocardiograaf met 12 afleidingen
De afleidingen op de patiënt aanbrengen
Een juiste aansluiting van de afleidingen is van belang voor een geslaagd ECG. De
meeste problemen met ECG's worden veroorzaakt door elektroden die slecht contact
maken en door loszittende afleidingen. Voer de lokale procedures uit voor het
aanbrengen van de afleidingen op de patiënt. Hieronder vindt u enkele algemene
richtlijnen.
Ga als volgt te werk om de afleidingen op de patiënt aan te brengen:
1. Bereid de patiënt voor.
•
•
•
2. Bepaal de plaats van de elektroden. (Zie het schema met elektrodenlocaties.)
•
•
3. Prepareer de elektrodenlocaties.
•
•
4. Sluit de elektroden aan op de afleidingsdraden.
5. Plaats de elektroden op de patiënt.
•
Beschrijf de procedure. Leg uit waarom het belangrijk is dat de patiënt tijdens de
test niet beweegt. (Beweging kan artefacten veroorzaken.)
Controleer of de patiënt comfortabel, warm en ontspannen ligt. (Rillen kan
artefacten veroorzaken.)
Zorg dat het hoofd van de patiënt iets hoger ligt dan het hart en de benen.
Kies vlakke gebieden uit.
Bevestig de elektroden niet op vetophopingen, botten en grote spieren.
Scheer of knip overtollig haar weg.
Reinig de huid zorgvuldig en wrijf de huid zachtjes droog. U kunt water en zeep,
isopropylalcohol of huidpreparatiepads gebruiken.
Voorbeelden van elektroden, van links naar rechts: armklem (herbruikbaar),
Welsh cup (herbruikbaar), tabelektrode (eenmalig gebruik), bewakingselektrode
(eenmalig gebruik).
Bij herbruikbare elektroden: Breng elektrodenpasta, -gel of -crème aan op een
gebied ter grootte van de elektrode, zeker niet groter. Bevestig de arm- en