bedienen. De ruit in het passagiers‐
portier gaat automatisch open
wanneer de betreffende schakelaar
stevig tot aan de tweede vergrende‐
ling wordt ingedrukt.
Beveiligingsfunctie
Stuit de ruit in het bestuurdersportier
tijdens het automatisch sluiten boven
de middelste stand op weerstand,
dan stopt het sluiten onmiddellijk en
beweegt de ruit weer omlaag.
Beveiligingsfunctie negeren
Zet bij een stroeve werking door
ijsvorming e.d. de auto aan en trek
vervolgens de schakelaar tot aan de
eerste vergrendeling en houd hem
daar vast. De ruit gaat omhoog
zonder geactiveerde beveiligings‐
functie. Om de beweging te stoppen,
laat u de schakelaar los.
Kinderbeveiliging voor
achterportierruiten
Druk V in om de achterste elektri‐
sche portierruiten te deactiveren. De
LED licht op.
Druk voor het activeren nogmaals op
V.
Overbelasting
Door herhaalde, snel opeenvolgende
bediening wordt de stroomvoorzie‐
ning van de ruitbediening enige tijd
onderbroken.
Sleutels, portieren en ruiten
Elektrisch bediende ruiten
initialiseren
Als u de ruit in het bestuurdersportier
niet automatisch kunt sluiten (bijv. na
het loskoppelen van de accu),
verschijnt er een waarschuwingstekst
op het Driver Information Center.
Boordinformatie 3 92.
Activeer de ruitelektronica als volgt:
1. Portieren sluiten.
2. Schakel de auto in.
3. Duw tegen de schakelaar tot de
ruit helemaal is geopend en blijf
nog 2 seconden duwen.
4. Trek aan de schakelaar totdat de
ruit gesloten is en blijf nog
2 seconden eraan trekken.
5. Deze handeling uitvoeren voor
alle ruiten.
35