Bij gebruik van een 230 V-oplaadsta‐
tion, duurt het bij de 32 A-instelling
ongeveer 10 uur voordat de auto is
opgeladen.
De oplaadtijden verschillen op basis
van de toestand van de hoogspan‐
ningsaccu en de buitentemperatuur.
Het opladen van de auto kan op drie
verschillende manieren worden
geprogrammeerd.
Programmeerbaar opladen 3 206.
Door het oplaadsysteem kunnen er
ventilatoren en pompen gaan werken
waardoor er bij het uitschakelen
geluiden uit de auto klinken. Ook kan
de bij het opladen gebruikte elektri‐
sche apparatuur klikkende geluiden
maken.
Als de oplaadkabel in de auto steekt,
kunt u niet rijden.
Wanneer opladen
Wanneer de hoogspanningsaccu
leegraakt, kunnen er oplaadberichten
verschijnen.
Het bericht Laad voertuig binnenkort
op geeft aan dat de actieradius klein
is en dat de auto snel moet worden
opgeladen. Als het oplaadniveau
verder daalt, verschijnt het Vermogen
aandrijving beperkt bericht en de
reactie van het gaspedaal wordt
verminderd. Bovendien verandert de
resterende actieradius in Laag, wat
aangeeft dat de auto onmiddellijk
moet worden opgeladen.
Wanneer de energie volledig is
verbruikt, verschijnt het bericht Geen
energie. Laad voertuig nu op! en komt
de auto tot stilstand. Remmen en
stuurbekrachtiging werken nog wel.
Zodra de auto tot stilstand is geko‐
men, moet u hem uitschakelen.
AC (wisselstroom) laden
Opladen starten
Onder de achterste vloerafdekking in
de bagageruimte ligt een draagbare
oplaadkabel voor het opladen van de
hoogspanningsaccu van de auto.
1. Schakel over naar P (parkeren)
en schakel de auto uit.
Rijden en bediening
2. Open de klep van de oplaadaan‐
sluiting door op de achterste rand
te drukken en deze los te laten.
Bij lage temperaturen kan er zich
ijs rondom de klep van de oplaa‐
daansluiting vormen. Verwijder
het ijs uit het gebied, alvorens te
proberen de oplaadklep te
openen of sluiten.
203