9. Steek de compressorstekker in de
12V-aansluiting of de aansteke‐
raansluiting.
Om te voorkomen dat de accu
leegraakt, is het raadzaam de
motor te laten draaien.
Wipschakelaar op de compressor
in stand I zetten. De band wordt
vervolgens gevuld met afdicht‐
middel.
10. De manometer van de compres‐
sor geeft even max. 6 bar aan
wanneer de fles afdichtmiddel
wordt geleegd (ca. 30 seconden).
De druk begint daarna weer te
dalen.
11. Al het afdichtmiddel wordt in de
band gepompt. Daarna wordt de
band opgepompt.
12. De voorgeschreven bandenspan‐
ning moet binnen 10 minuten
worden bereikt.
Bandenspanning 3 263.
Wanneer de juiste bandenspan‐
ning bereikt is de compressor
uitschakelen.
Wordt de voorgeschreven
bandenspanning niet binnen
10 minuten bereikt, dan de
bandenreparatieset verwijderen.
De auto één wielomwenteling
verplaatsen. De bandenreparatie‐
set weer aansluiten en het vulpro‐
Verzorging van de auto
ces 10 minuten lang voortzetten.
Wordt de voorgeschreven
bandenspanning dan nog niet
bereikt, dan is de band te ernstig
beschadigd. De hulp van een
werkplaats inroepen.
Laat eventueel de te hoge
bandenspanning af via de knop
boven op de manometer.
Compressor niet langer dan
10 minuten achtereen laten
werken.
13. Bandenreparatieset loskoppelen.
Borglipje op houder indrukken om
fles met afdichtmiddel uit houder
te verwijderen. Bandenvulslang
op de vrije aansluiting van de fles
met afdichtmiddel schroeven.
Hierdoor wordt voorkomen dat er
afdichtmiddel uit de fles stroomt.
Bandenreparatieset in de baga‐
geruimte opbergen.
14. Eventueel vrijgekomen afdicht‐
middel met een doek verwijderen.
15. Het op de fles met afdichtmiddel
aanwezige etiket met de maxi‐
maal toelaatbare snelheid in het
gezichtsveld van de bestuurder
aanbrengen.
249